Rathenau worstelde met subject-objectverhouding
Dr. L. Engelfriet is van mening dat in de bespreking (RD 25-2) van een recent proefschrift over Walther Rathenau verkeerde criteria zijn aangelegd.
Van de kwaliteit van het proefschrift van dr. J. van Beek over de missie van een onbegrepen Duits-Joodse Europeaan, Walter Rathenau, is recensent dr. C. S. L. Janse niet erg onder de indruk. Uit zijn woordkeus -een onderdeel van het boek wordt zelfs met een voorlichtingsfolder vergeleken- blijkt dat dit een understatement is. De criteria van dr. Janse en zijn daarop gebaseerde oordeel doen aan dit boek mijns inziens geen recht.
Hagiografie
De studie neigt volgens Janse naar hagiografie. De auteur is inderdaad gefascineerd door de veelzijdige persoonlijkheid van Rathenau, maar noemt hem niettemin een ambivalent mens en vindt dat hij van zijn kernbegrip ”Seele” geen heldere uiteenzetting heeft gegeven.
In de tweede plaats telt het boek volgens Janse allerlei fouten en slordigheden, waarvan hij een paar voorbeelden geeft. Maar deze kritiek op historische tekortkomingen raakt de kern van het boek niet, dat geschreven is vanuit de worsteling van Rathenau met de subject-objectverhouding, die sinds Descartes het westerse denken beheerst.
In dat licht dient de verwerking van Spinoza door Rathenau bezien te worden, althans, volgens de auteur. Hieraan gaat Janse geheel voorbij.
Jodenzending
Het zwaartepunt van de kritiek van dr. Janse blijkt te zijn dat dr. Van Beek zich te weinig van Rathenaus spinozisme distantieert. Zijn kritiek op de Jodenzending en de door Janse veronderstelde sympathie voor de tweewegenleer zijn bovendien niet gereformeerd. Hieruit blijkt echter dat Van Beeks kritische distantie zou moeten bestaan in het betrekken van een zeer bepaald gereformeerd standpunt. De schrijver van het boek wordt dan ook consequent dominee genoemd, hoewel hij in die hoedanigheid zijn proefschrift niet geschreven heeft.
Ten slotte vind ik de bijval die Janse de recensent van de NRC betuigt, beneden de maat - alsof de promotor en de voltallige commissie in Brussel hebben zitten slapen.
In Amerika en in Duitsland is het boek intussen positief ontvangen. Binnenkort wordt het in het Duits vertaald.
De auteur is neerlandicus.