Opinie

Laten kerken zorg over komst vluchtelingen erkennen

Kerkelijke leiders zouden de legitieme zorgen van Nederlandse burgers over de vluchtelingenproblematiek moeten erkennen in plaats van ze te ridiculiseren, reageert dr. Bas van Bommel op mgr. dr. Gerard de Korte en dr. Arjan Plaisier (RD 30-9).

dr. Bas van Bommel
2 October 2015 15:48Gewijzigd op 15 November 2020 22:15
Vluchtelingen arriveren op het Griekse eiland Lesbos, beeld AFP
Vluchtelingen arriveren op het Griekse eiland Lesbos, beeld AFP

Onbegrensde naastenliefde bedreigt onze cultuur, zo betoogde ik op 29 september in deze krant. Ik wilde benadrukken dat naïef beleid jegens migranten, hoe barmhartig bedoeld ook, ernstige gevolgen kan hebben voor onze directe naasten, nu en op de lange termijn.

De reactie van bisschop G. de Korte en PKN-scriba A. Plaisier op mijn artikel is een schoolvoorbeeld van de ontwijkende retoriek waarmee de Nederlandse intellectuele elite –kerkelijk zowel als politiek– het vluchtelingenvraagstuk inhoudelijk onbespreekbaar maakt. Zij verschuilen zich achter algemene, weinig zeggende stellingnames waar je het onmogelijk mee oneens kunt zijn. Met „naïviteit”, zo erkennen de auteurs, „komen we niet veel verder.” Zeker moeten we „kritisch zijn” en „grenzen” durven stellen. Anderzijds moeten we echter de „dienstbaarheid” niet uit het oog verliezen en erkennen dat in het vrije Nederland „iedereen welkom” is.

Zo omzeilen De Korte en Plaisier de kern van het probleem. Allereerst door migranten consistent als ”vluchtelingen” te framen; als mensen zonder ”helper”, ontsnapt aan de „brandhaarden in het Midden-Oosten” en „helemaal aangewezen op de steun van anderen.”

De cruciale vraag is echter: zijn het wel vluchtelingen? En hoe kom je daar achter? Het overgrote deel van de migranten bestaat uit jonge mannen. Maar bij acuut gevaar geldt toch: vrouwen en kinderen eerst? Dan laat je die toch niet achter? Veel mensen zijn niet op de vlucht voor direct gevaar, maar voor armoede, op zoek naar een baan of uitkering, een huis, zorg, of een beter leven. Niet onbegrijpelijk. Maar hoe maken we het onderscheid? In Turkije woedt geen oorlog. Is iemand die vanuit Turkije naar Nederland komt dan een vluchteling of een economische migrant? En wat te doen met al die valse paspoorten? Hoe is een grondige screening mogelijk als er elke week duizenden nieuwe mensen voor de grenzen staan?

Daarnaast zwichten De Korte en Plaisier voor het grootste taboe in het huidige discours: met geen woord reppen zij over de islam. Dat een groot deel van de migranten moslim is, in een tijd dat in tal van landen fundamentalistische islamitische groeperingen ten strijde trekken, stelt ons echter voor zeer urgente vragen. In het Midden-Oosten is al decennia sprake van een militante antiwesterse propaganda. Christenen worden in toenemende mate vervolgd, vermoord, verdreven en bedreigd—tot in onze eigen asielzoekerscentra aan toe. De internationale terreurdreiging is levensgroot. Er zullen ongetwijfeld ook migranten zijn die zich vol overtuiging de westerse cultuur eigen willen maken. Maar een groot deel ook niet.

Steeds meer Nederlanders zijn oprecht bezorgd over de toekomst van hun land, en over onze moeizaam bevochten westerse vrijheden en kernwaarden. In wat voor wereld zullen hun kinderen opgroeien? Varen kerk en politiek momenteel niet een zeer riskante koers?

En wat doen onze kerkelijke leiders ondertussen? Zij zetten deze Nederlanders met hun wezenlijke vragen weg als „eigenheimers” geobsedeerd door het „afschermen” van de publieke ruimte en voorstanders van een „eng en bekrompen leven.”

Maar is het bekrompen om de grenzen te sluiten van een continent dat nu al kampt met enorme immigratieproblemen? Is het bekrompen om je zorgen te maken over het hoge geboortecijfer onder islamitische immigranten (gemiddeld 3,5 kinderen per vrouw) en het lage geboortecijfer onder autochtone Europeanen (gemiddeld 1,4 kinderen per vrouw)?

Het zou pleiten voor onze kerkelijke autoriteiten als zij de realiteit onder ogen zouden komen, in plaats van de legitieme zorgen van Nederlandse burgers te ridiculiseren. De realiteit is dat het onderscheid tussen economische migranten en vluchtelingen onder de huidige omstandigheden nauwelijks meer te maken is. Massa-asiel zonder onderscheid is een onhoudbare en gevaarlijke strategie.

Daarom komen we er niet onderuit om vluchtelingen in de eerste plaats veilige opvang te bieden in de regio, in plaats van perspectief op vestiging in Nederland. Misschien is dat wel de echte christelijke barmhartigheid. Het zou kunnen betekenen dat je onze grenzen, in ieder geval tijdelijk, moet sluiten. Misschien zijn er ook andere opties. Maar onredelijk of bekrompen is dat idee allerminst.

Helaas is één ding wel duidelijk: van de kerken hoeven we in de huidige crisis weinig anders te verwachten dan van de gevestigde politiek: ”see no evil, hear no evil, speak no evil”. Dat is onverantwoordelijk en onhoudbaar, en getuigt eerder van ethische onverschilligheid dan van christelijke naastenliefde.

De auteur is universitair docent literatuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer