De economische groei is geraamd op 2,4 procent.

Huishoudens gaan 1,9 procent meer besteden. Bedrijven gaan 6 procent meer investeren.

De inflatie stijgt naar 1,1 procent.

Het begrotingstekort wordt voor volgend jaar geraamd op 1,4 procent van wat we met z’n allen verdienen, het bruto binnenlands product (bbp). Het tekort ligt ruim onder de Europese begrotingsnorm van 3 procent.

De staatsschuld daalt naar 64,5 procent van het bbp. Dat ligt nog steeds boven het Europese maximum voor de overheidsschuld, die op 60 procent is bepaald.

Het kabinet verlaagt de lasten op arbeid met 5 miljard euro.

Meer dan de helft (2,6 miljard euro) hiervan gaat naar een verhoging van de arbeidskorting voor inkomens tot ongeveer 50.000 euro.

De tarieven tweede en derde schijf in de inkomstenbelasting gaan met 2 procentpunt omlaag. Dat kost de schatkist 2,6 miljard euro.

Het toptarief (52 procent) gaat later in, bij een bruto jaarsalaris van ruim 66.000 euro. Dit kost 800 miljoen.

Er wordt 300 miljoen vrijgemaakt om ouders met jonge kinderen te stimuleren te gaan werken.

Bovenstaande maatregelen worden deels bekostigd door de algemene heffingskorting volledig af te bouwen. Dat levert de schatkist 2,1 miljard euro op.

Defensie krijgt er structureel 345 miljoen euro bij. De uitgaven voor missies gaan met 60 miljoen omhoog.

Er komt 210 miljoen euro structureel beschikbaar voor mensen in verpleeghuizen.

Gemeenten krijgen meer geld voor de opvang van peuters. Ook het vaderverlof wordt uitgebreid. Deze maatregelen kosten 135 miljoen.

Het kabinet besloot eerder al de gaswinning in Groningen te verminderen. Dat betekent een tegenvaller van 1,1 miljard euro dit jaar.

649 miljoen extra voor de enorm toegenomen asielstroom. Hiervan gaat 110 miljoen extra naar opvang van vluchtelingen in de eigen regio