Belangeloos het goede doen, in hoop op Christus Triomfator
In de Waalse Kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een Haagse predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Maandag 14 september 2015 (i.v.m. Prinsjesdag) sprak Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP).
De zee, die steeds weer nam Zal eenmaal wedergeven Allen die zijn gebleven Aan Hem die eerst ontkwam De Heer van wind en water Aan Christus Triomfator
Dit gedicht van Inge Lievaart staat op het vissersmonument op de boulevard van Scheveningen, op de sokkel met daarbovenop de over zee turende vissersvrouw, vlakbij de Oude Kerk. Het gedicht wordt elk jaar gedeclameerd tijdens de herdenking van op zee omgekomen Scheveningse zeelieden.
De jaarlijkse herdenking van omgekomen zeelieden heb ik als raadslid nu een paar keer mogen meemaken. Een bijzondere plechtigheid, die begint in de Oude Kerk van Scheveningen en eindigt bij het Vissernamenmonument aan de boulevard. Bijzonder ook vanwege het christelijke karakter van deze herdenking en dat in de overwegend seculiere gemeente die Den Haag anno nu is. De hoeveelheid christelijke Scheveningse zangverenigingen die een krans leggen, is bijvoorbeeld indrukwekkend. Een echo uit een rijk christelijk verleden. Hiermee wil ik niet zeggen dat ik heimwee heb naar een tijd die ik nooit heb gekend. Bovendien, onze tijd is net zo goed Gods tijd. Maar bijzonder is het wel.
Die herdenking van omgekomen Scheveningse zeelieden, voornamelijk vissers, zet ons ook stil bij onze eigen kleinheid, kwetsbaarheid en vergankelijkheid en bij de verwoestende kracht van de zee. Alleen al voor de Scheveningse gemeenschap geldt dat sinds begin 19e eeuw meer dan 1350 vissers zijn omgekomen; gebleven op zee, zoals het gedicht het uitdrukt.
Voor en na de ramp
Dat de zee niet alleen maar mooi is en welvaart brengt, verbaast u als Bijbelvaste luisteraar vast niet. In de Bijbel is de zee namelijk maar al te vaak het beeld voor chaos, voor rusteloosheid, voor gevaar. De zee als een ontzagwekkende kracht. Oorzaak van scheiding en verwoesting. Niet voor niets staat er aan het eind van de Bijbel: „En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.”
Dat de zee verwoestend kan zijn, daarover weten wij als bewoners van dit lage landje aan de zee mee te praten. Ik ben geboren en getogen in het zuidwesten van ons land, op Goeree-Overflakkee. Daar waar de watersnoodramp van 1953 het ankerpunt in de geschiedenis is. Met als treffende illustratie daarbij de vraag: hoe oud ben je eigenlijk, ben je van voor of na de ramp? En ik kan gelukkig zeggen: ik ben van na de ramp.
We mogen ons gelukkig prijzen dat we in een land leven waarin het onze overheid ernst is om dat te kunnen blijven zeggen: wij zijn van na de ramp. Met het aanleggen en steeds weer versterken van dammen, duinen en dijken proberen we zee en rivieren te temmen en een volgende watersnoodramp te voorkomen.
Vrede en recht
Terug naar Den Haag, waar ik raadslid mag zijn. Stad aan zee. Een stad ook die internationale stad van vrede en recht wil zijn. En natuurlijk ziet die marketingleus op alle internationale instellingen op het gebied van vrede en recht in onze stad. Maar wat merken we in de praktijk van alledag van vrede en recht? Ik was nog maar net raadslid of pro-ISIS-betogers gingen in de Schilderswijk de straat op met hun antidemocratische en antisemitische leuzen. Tot en met de gemeenteraad aan toe was er sympathie voor ISIS/IS. De maatschappelijke vrede was ver te zoeken.
Een paar maanden geleden sloeg, nadat Mitch Henriquez tijdens een arrestatie was overleden, op dezelfde plek de vlam opnieuw in de pan. Rellen braken uit. Het recht struikelde op de straten. Vrede en recht zijn op zo’n moment ver te zoeken.
Maar juist op dit soort kritieke momenten staan er ook mensen op die heel concreet de vrede voor onze stad zoeken. Ik was bijzonder getroffen hoe de Marthakerk aan de Hoefkade (hartje Schilderswijk) de dagen na de dood van Mitch haar deuren opende voor wijkbewoners en belangstellenden. Mensen konden hun gevoelens uiten, een gebed opzenden, een kaars ontsteken of gewoon de stilte zoeken te midden van het woelen van deze wijk, van deze stad. Deze kerk hoopte met haar openstelling een bijdrage te leveren aan de rust in die wijk en onze stad.
Of in de woorden van parochievicaris Van der Helm: „De kerk staat voor verzoening en verdraagzaamheid en roept op tot gebed en gesprek. In onze stad van vrede en recht dient er ruimte te zijn voor alle bevolkingsgroepen die met elkaar de stad willen opbouwen.” Een kerk als baken van hoop, die te midden van alle ellende en emoties, vragen en verdriet, de hoop levend houdt en mensen helpt vol te houden en te bouwen aan een gezamenlijke toekomst.
Een mooi voorbeeld van hoe we als christenen, als kerk, in deze tijd naaste kunnen zijn, hoe we er kunnen zijn voor onze stad. Want dat is natuurlijk best wel een vraag: hoe hebben we als christen, als christenpoliticus, te staan in deze seculiere tijd? Ik vind de bekende slotsom van Bonhoeffers doopbrief wat dat betreft inspirerend: Bidden, het goede doen onder de mensen en wachten op God.
Verbindingen leggen
Het goede doen, de vrede voor de stad zoeken. Niet alleen met christenen, maar met iedereen van goede wil. Heel praktisch. Werk oppakken dat anderen laten liggen. De deur van je huis open zetten, bijvoorbeeld voor vluchtelingen – prachtig, dat initiatief van christenen in Apeldoorn! Verbindingen leggen tussen mensen in plaats van ze in de hoek te zetten. En in de politiek? Eigenlijk niet veel anders, natuurlijk met inachtneming van de grenzen van de politiek, van waar de overheid over gaat. Zonder pretenties, zonder maakbaarheidsidealen en belangeloos het goede doen. Met God midden in de wereld, midden in de politieke arena staan. Dat is natuurlijk makkelijk gezegd. En lang niet eenvoudig.
Onze fractie, maar vele collega’s met mij, proberen dat door goed te luisteren naar de noden van mensen. We strijden tegen onrecht, zoals in de prostitutie. Bij die pro-ISIS-demonstraties, waar ik het over had, riepen we bijvoorbeeld niet alleen maar schande. We trokken ook de wijk in, bezochten scholen en joodse instellingen, we spraken betrokken, hadden indringende gesprekken met moslims, we schreven een nota met concrete voorstellen, die het college vervolgens voor een groot deel overnam. Maar ja, was dat ”het goede doen”? De vrede zoeken? Of was het vooral politiek handig?
En het zit hem natuurlijk niet alleen in de inhoud, maar ook in de stijl van optreden. Ik noem maar iets kleins. Ons kleine team van de ChristenUnie/SGP benadert alle collega’s open en onbevooroordeeld. Betrokken en verbindend. Dat klinkt natuurlijk vanzelfsprekend. Maar ik merk dat dat het allerminst is in de zeer gepolariseerde Haagse raad, waar maar al te vaak meer op de man dan op de bal wordt gespeeld.
Prinsjesdag
Morgen is het Prinsjesdag. Een dag vol traditie met de gouden koets, hoeden, het koffertje; de dag dat de regering officieel de steevast uitgelekte plannen bekend maakt; de dag dat onze koning de Troonrede voorleest. Die traditie van de Troonrede is inmiddels ruim 200 jaar oud, evenals ons koninkrijk. Dat is natuurlijk een lange tijd, maar steekt bleekjes af bij het eeuwige koningschap waarover het gaat in het tekstgedeelte van de meditatie vandaag (2 Sam. 7:12-16). Over het huis van David, over het koningschap van Jezus Christus, dat voor eeuwig vast staat.
Als ik sta in de wind op de boulevard bij de herdenking van omgekomen zeelieden, turend over het water, zijn het vooral deze woorden die beklijven en kracht en hoop geven: Hij die eerst ontkwam, de Heer van wind en water, Christus Triomfator.
De auteur is fractievoorzitter van de ChristenUnie/SGP in de gemeenteraad van Den Haag.