„Ik ben de democratisch gekozen president van de republiek Haïti en ik blijf grondwettelijk gezien de president. Het Haïtiaanse volk verzet zich en het moet doorgaan met zijn vreedzaam verzet tegen deze onaanvaardbare bezetting, die volgt op een evenzeer onaanvaardbare politieke ontvoering", zei hij.

Aristide zei in het interview voor RTL met de Franse schrijver Claude Ribbe, een van zijn vrienden, zijn best te doen „de mensen te begeleiden die mij in hun verzet hebben gekozen".

In de Centraal–Afrikaanse Republiek, waar hij een week geleden met een Amerikaans vliegtuig naar toe werd gebracht, heeft Aristide geen bewegingsvrijheid, zo viel uit zijn woorden op te maken. „Ik word beschermd door soldaten die onze veiligheid verzekeren. Op dit moment hebben wij het advies gekregen te blijven waar wij zijn. Als ik deze kamer wil verlaten, moet ik de autoriteiten om toestemming vragen." Hij had wel toestemming gekregen zondag in de hoofdstad Bangui naar de mis te gaan.

Aristide begon maandag kort na het midddaguur in Bangui aan een persconferentie. Hij was sinds zijn aankomst in de Centraal–Afrikaanse Republiek niet meer in het openbaar verschenen. Hij herhaalde zijn eerdere beschuldiging dat Amerikaanse militairen hem hadden gedwongen het presidentschap op te geven.

De Afrikaanse Unie heeft in een verklaring de Verenigde Naties opgeroepen een onderzoek in te stellen naar de omstandigheden waaronder Aristide Haïti verliet.