Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Asiel) vraagt al langer om zo’n EU-lijst, waarvan de Europese ministers van Justitie eerder besloten dat die er moet komen. In eerste instantie komen Albanië, Macedonië, Bosnië, Kosovo, Montenegro, Servië en Turkije op de lijst. Die landen zijn goed voor ongeveer 17 procent van de asielaanvragen in de EU. Vijftien Europese landen hebben al zo’n lijst, maar nu moet er een komen die geldt voor de hele Europese Unie.

„Dat verhoogt de efficiëntie van de asielsystemen”, aldus de commissie, die verwacht dat de dreiging met versnelde terugkeer mensen afschrikt om misbruik van asielprocedures te maken. Lidstaten krijgen zo ook meer middelen om „echte” vluchtelingen te beschermen, is het idee.

De Europese Commissie presenteert daarnaast een breder pakket dat ervoor moet zorgen dat economische migranten de oversteek naar Europa niet maken. Zo wordt een noodfonds opgericht waarmee landen rondom de conflictgebieden in de Sahel, Tsjaad, Eritrea en Noord-Afrika worden gesteund.

Dat moet de instabiliteit in die regio’s tegengaan, een „grondoorzaak” van de migratiestroom. In het fonds wordt 1,8 miljard euro gestort, maar de lidstaten leveren nog een extra bijdrage.