Apple-grondlegger Steve Jobs was een meester in de presentatie. Soms vertelde hij eerst iets anders, voordat hij kwam met de zin waar iedereen op wachtte: „But there is one more thing” (‘Maar er is nog iets’). Op die manier presenteerde hij in 2001 een muziekspeler, de iPod. In 2007 volgde de eerste mobiele telefoon van Apple, de iPhone. In januari 2010 lanceerde Jobs een apparaat dat groter was dan een mobiele telefoon en kleiner dan een laptop: de iPad. Die is vijf jaar later niet meer weg te denken uit ons leven.

Bij de presentatie in september vorig jaar onthulde Apple twee nieuwe versies van de iPhone, de 6 en de 6 Plus. Ook presenteerde het bedrijf een technologie waarmee mensen hun iPhone of iPad kunnen gebruiken om contactloos te betalen in winkels. Het bedrijf kondigde verder een horloge vol apps aan, de Apple Watch. Die kwam een paar maanden geleden op de markt.

Wat Apple dit jaar biedt, is de hamvraag. Het bedrijf presenteert mogelijk een grotere versie van de iPad, de iPad Pro. Het scherm zou zo groot zijn, dat mensen twee apps tegelijk kunnen gebruiken, één op elke helft. De iPad Pro komt mogelijk in oktober of november in de winkels. Er komt misschien ook een nieuwe versie van de iPhone 6, die sneller is, meer geheugen heeft, met een accu die het langer volhoudt en een betere camera. Mogelijk krijgt de telefoon ook een bewegende achtergrond, iets dat de Apple Watch al heeft.

Apple gaat misschien ook meer doen met Apple TV, een apparaatje waarmee mensen digitale media (iTunes, Netflix) en games kunnen afspelen op televisies. Mensen kunnen die televisies straks mogelijk ook met hun stem bedienen, dankzij de digitale hulp Siri. Op de uitnodiging voor journalisten en analisten stond de tekst: „Hey Siri, give us a hint”.