Jonathan van Tongeren over zijn derde studie: theologie
Hij studeerde al acht jaar en begon deze week aan een nieuwe opleiding van zes jaar. Jonathan van Tongeren (30), student aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, had nooit verwacht dat hij predikant zou moeten worden. „De Heere heeft me vermurwd door de beproeving heen.”
TOEN
Na de middelbare school ben ik internationale betrekkingen gaan studeren aan de universiteit in Groningen. Die studie had mijn belangstelling, mede doordat ik politiek actief was binnen de ChristenUnie, onder meer als bestuurslid van de landelijke jongerenorganisatie. Tijdens mijn studie kreeg ik steeds meer oog voor de rol van Rusland in de wereld. Die rol intrigeerde mij. Maar als je de taal niet spreekt en niet kunt lezen, heb je geen toegang tot de originele bronnen. Daarom ben ik ook Russische taal en cultuur gaan studeren.
Die combinatie van studies was pittig. Ik heb er in totaal acht jaar over gedaan. Na mijn afstuderen heb ik twee jaar gezocht naar een geschikte baan, maar niets lukte. Het was een zware tijd. Steeds weer solliciteren en steeds weer afgewezen worden. Het was de ene teleurstelling na de andere. Achteraf zeg ik: de Heere heeft die periode gebruikt om mij te beproeven, om mij te vermurwen.
Mensen in mijn omgeving, onder wie mijn vrouw en m’n vader, zeiden tegen me: Zou een studie theologie niet wat voor je zijn? Aanvankelijk hield ik die gedachte van me af, maar gaandeweg begon het idee toch een beetje te leven.
Dat werd versterkt door ontwikkelingen in mijn geestelijk en kerkelijk leven. Van huis uit ben ik evangelisch. Al jong voelde ik echter: ik kan hier niet mee toe, ik kom geestelijk voedsel tekort. Ik realiseerde me dat ik gereformeerd moest worden. Maar hoe? Dat was de grote vraag. Door mijn contacten bij de ChristenUnie wist ik één ding zeker: ik wilde niet gereformeerd vrijgemaakt worden. Met mensen van die kerk kon ik het meestal slecht vinden.
Het liep echter anders. Ik las een boek van de gereformeerd vrijgemaakte prof. Kamphuis over het eeuwigdurend verbond van God. Veel zaken vielen op hun plaats. Ik dacht: dan moet ik toch vrijgemaakt worden. Ik leerde intussen ook een meisje van dat kerkverband kennen. We gingen trouwen. Zij had eerder een baan dan ik. In Emmen. We gingen in Coevorden wonen en naar de kerk bij de vrijgemaakten in Gramsbergen.
Na verloop van tijd begonnen we ons steeds minder thuis te voelen in dat kerkverband. Dat kwam door de veranderende opvattingen over het Schriftgezag en de gereformeerde belijdenis. Na veel gesprekken erover met de predikant, de kerkenraad en broeders en zusters in de gemeente zijn we weggegaan en lid geworden van de Gereformeerde Kerken Nederland, de zogeheten nieuwe vrijgemaakten, in Hardenberg. In die gemeente ontstond bij mij het verlangen om in de toekomst als gemeentepredikant dit kerkverband te mogen dienen.
NU
Vlak voor de zomer heb ik me aangemeld bij de Theologische Universiteit Apeldoorn. De universiteit was al gesloten, maar een medewerker thuis heeft mij via de e-mail geholpen en zei: Het komt goed met je aanmelding. Daar is wel een worsteling aan voorafgegaan. Ik heb me vaak afgevraagd: kan ik het mij financieel veroorloven om weer zo’n lange periode te gaan studeren? Maar mijn vrouw stond er helemaal achter.
Zij moet de komende jaren de kost blijven verdienen. Ze is industrieapotheker en reist als consultant het hele land door. Ze verdient genoeg om met z’n tweeën van rond te komen. Ik moet er soms nog wel aan wennen dat het zo gaat. Ik had het me anders voorgesteld.
Deze week heb ik de introductiedagen en de eerste colleges gehad. Onder andere Grieks. De groep eerstejaars is klein. We zijn met acht studenten: zes mannen en twee vrouwen. De leeftijd varieert van nog geen twintig tot ruim veertig. De begeleiding is goed. De sfeer ook, ondanks de kerkelijke verscheidenheid. Het is verrassend te merken dat je in korte tijd een goede verstandhouding met elkaar kunt hebben, ook op geloofsgebied.
De keuze voor Apeldoorn was voor mij een logische. Ik kom binnenkort dicht bij de TUA te wonen. Bovendien vind ik de theologische universiteit in Apeldoorn beter dan die in Kampen. Zowel wat betreft studieklimaat als vakinhoud.
STRAKS
De opleiding aan de TUA duurt zes jaar. Mijn doel is predikant te worden. Ik zou deze studie nooit willen doen alleen omdat ik theologie interessant vind. Of ik een roeping voor het predikantschap heb, zal straks natuurlijk ook moeten blijken als ik beroepbaar ben.
Volgende week heb ik mijn toelatingsgesprek, want dat is er door mijn late aanmelding nog niet van gekomen. Ik heb veel twijfels gehad of dit de weg was. Inmiddels heb ik daar duidelijkheid over. De vele gesprekken erover afgelopen tijd met verschillende mensen, onder wie mijn predikant in Hardenberg, hebben me geholpen. Dit is geen studie om zomaar aan te beginnen.
Of ik mezelf al zie als gemeentepredikant? Het duurt nog lang voordat het zover is, maar ik denk al wel over die vraag na. In sommige opzichten kan ik het me wel voorstellen. Ik voel me innerlijk gedrongen om iets te mogen betekenen in het verband van de Gereformeerde Kerken Nederland. In andere opzichten heb ik er moeite mee me voor te stellen dat ik gemeentepredikant word. Maar onlangs las ik in de brieven van Paulus over het werken in Gods Koninkrijk. Hij schrijft: talenten die je van nature niet hebt, worden je van boven gegeven. Dat vind ik bemoedigend; daartoe strek ik mij uit.”