Laat basisscholen alstublieft even met rust
Het is onwenselijk dat scholen gaan experimenteren met stamgroepen om zo individuele talentontwikkeling te stimuleren, reageert Maarten Vos op http://www.refdag.nl/opinie/laat_school_oog_hebben_voor_onderscheiden_talenten_van_leerlingen_1_934849 (RD 26-8).
Managementadviseur Alex de Bruijn pleit ervoor werk te maken van talentontwikkeling. Daarvoor moet het huidige onderwijssysteem –vooral het basisonderwijs– flink op de schop.
Ik ben overtuigd van de denkkracht van de heer De Bruijn. Hij ventileert originele ideeën, waarna hij ze vervolgens met meer of minder succes op diverse scholen probeert te implementeren. Ik heb echter sterk de behoefte om wat kritische kanttekeningen bij zijn artikel te plaatsen.
Mijn eerste opmerking betreft de timing. Ik durf te stellen dat het artikel anachronistisch is. Het past niet bij de huidige omslag die in het onderwijs plaatsvindt. Het wordt van de echte professionals, de onderwijsgevenden, steeds vaker verwacht dat ze het wiel zelf uitvinden. De scholen hebben daarom op dit moment meer behoefte aan vraaggestuurd dan aan aanbodgericht advies.
Het droppen van ideeën bij schoolmanagers, die ze vervolgens doorspelen en soms doordrukken naar de werkvloer, is een typisch voorbeeld van top-downdenken. Allerwegen probeert men tegenwoordig deze managementcultuur te doorbreken, al is het een hardnekkig probleem. Mogelijk zijn de managementadviseurs, die ook weer hun eigen managers hebben, dringend aan omscholing toe.
Overbelast
Het valt verder te betwijfelen of het begin van een nieuw schooljaar een goed moment is om te reflecteren, zoals De Bruijn schrijft. Alle (nieuwe) leerkrachten hebben het druk met het maken van een goede start en het op zich laten inwerken van de soms overbelaste jaarplanning. Er zijn verder al veel afspraken waar leraren zich aan moeten houden en waarop ze worden gecontroleerd door zogenaamde auditors. Het is vanwege de overvloed aan afspraken, verplichtingen en kreten bijna onmogelijk om bij het kind zelf te komen. Als daarvoor tenminste nog tijd over is.
Ik noem er slechts enkele: adaptief onderwijs, exemplarisch onderwijs, Zwols model (niveau-indeling), ”Zien” (toetsen op sociaal-emotionele ontwikkeling), passend onderwijs en handelingsgericht werken. Begrippen die bijna allemaal zijn uitgedacht door theoretici en mensen die een beetje hebben doorgeleerd.
Stamgroepen
Ten slotte ook nog iets over de inhoud van de voorstellen van De Bruijn. Die moeten, al is het misschien niet zo bedoeld, schoolleiders en leerkrachten met een beetje dienstjaren, verdrietig stemmen. Beginnende leerkrachten zou het zelfs tot wanhoop kunnen brengen. Heb ik wel het juiste beroep gekozen?
De Bruijn stelt: Laat de school oog hebben voor onderscheiden talenten van leerlingen. Stop het jaarklassensysteem en probeer het eens met stamgroepen. Dat maakt het mogelijk dat elke leerling specifieke talenten op bijvoorbeeld het gebied van kunst, sport, taal, techniek of rekenen kan doorontwikkelen.
De suggestie van De Bruijn is niet zomaar een goed idee. Volgens hem zijn christelijke scholen het zelfs aan hun stand verplicht. Betekent dit dat christelijke onderwijsgevenden die al wat langer meedraaien vergeving moeten vragen voor nalatigheid?
Natuurlijk zal De Bruijn toegeven dat een beetje leerkracht wel degelijk oog heeft voor onderscheiden talenten van leerlingen. Het zou echter nog stukken beter kunnen, vindt hij.
De Bruijn geeft twee voorbeelden. Een basisschool die werkt met stamgroepen en een leerling die een verrassende rol speelde bij het afscheid van groep 8. Het enthousiasme over de bewuste school en leerling zal terecht zijn. Er zijn echter veel meer scholen met het gangbare jaarklassensysteem en met een minimum aan innoverende maatregelen waar adequaat wordt omgegaan met talenten. Die talenten komen bovendien soms meer uit de verf bij rust en regelmaat.
En komt verder het solidariteitsbeginsel –ook een christelijke notie!– in klassenverband mogelijk niet beter tot z’n recht? En is verder niet aangetoond dat een homogene klas achterblijvers opvijzelt? En zorgen ook de vele hergroeperingen bij het werken met stamgroepen ook niet voor veel onrust en, vergeef me het woord, kliergedrag?
Brugklas
Ik raad De Bruijn aan om met zijn verhaal naar het voortgezet onderwijs te gaan. Misschien kunnen de brugklassen er iets mee.
In één ding moet ik De Bruijn overigens volkomen gelijk geven. „Er is genoeg werk aan de winkel.” Inderdaad, meer dan genoeg. Laat de basisscholen daarom alstublieft even met rust!
De auteur is ruim 43 jaar werkzaam in het basisonderwijs.