Hazelmuis beleefde topjaar in 2014
NIJMEGEN. Het gaat goed met de hazelmuis in Nederland. In 2014 is in Zuid-Limburg een recordaantal van 535 nesten waargenomen. Het diertje lijkt sterk te hebben geprofiteerd van beschermingsmaatregelen die afgelopen jaren zijn genomen.
Dat berichtte de Zoogdiervereniging vrijdag.
In 2014 werden 535 nesten waargenomen, dat is in vergelijking met eerdere jaren, waarin soms slechts 200 nesten werden geteld, een record.
Omdat de hazelmuis vrij zeldzaam is, wordt de populatie al jarenlang in de gaten gehouden. Sinds 1992 tellen vrijwilligers nesten langs bosranden en in hagen. In de jaren ’90 werd gevreesd voor het verdwijnen van de soort uit Nederland.
Volgens de vereniging zijn de afgelopen jaren allerlei beschermingsmaatregelen genomen om het leefgebied van de hazelmuis uit te breiden. Zo krijgen bramen op steeds meer plekken ruimte om te groeien. Staatsbosbeheer creëerde in het Vijlenerbosch honderden meters open gebied in bosranden.
De hazelmuis is een oranje muisje van enkele centimeters groot. Het diertje leeft in bosranden in Zuid-Limburg van vooral bramen en hazelnoten.
Bijzonder aan de hazelmuis is dat de dieren een winterslaap houden. Om de wintermaanden te overleven, moeten de beesten ‘vet’ genoeg zijn. Dat kan alleen als er voldoende voedsel aanwezig is in de vorm van bramen, noten en andere zaden.
In kale of juist dicht begroeide bosranden zonder bramen- en hazelnootstruiken kunnen hazelmuizen lastig genoeg voedsel vinden om te overwinteren.
Het vooruitzicht voor de hazelmuis is gematigd positief. Meestal volgt er op een piekjaar een daljaar. Maar door de warme zomer zijn de hazelmuisjes vroeg begonnen met de voortplanting, waardoor mogelijk meer jongen groot worden. Meer jongen betekent weer meer nesten.