Rake observaties in het museum
Musea trekken meer mensen dan ooit. Tenminste, die met klinkende namen. Romanschrijver Pauline Slot vraagt zich in ”Museumbezoeking” af wat mensen beweegt om soms uren in een rij te gaan staan voor een tentoonstelling.
Zelf groeide Slot niet op in een gezin waarin museumbezoek gebruikelijk was. Pas in de vijfde klas van de middelbare school werd ze gegrepen door het virus van de „nutteloze schoonheid.” Het bezoeken van een museum werd een vanzelfsprekende activiteit, „die net zozeer in mijn leven hoorde als het lezen van een boek.”
Van haar ervaringen als museumbezoeker doet Slot verslag in ”Museumbezoeking”. De titel geeft al aan dat de schrijfster geen kritiekloze lofrede op het museum houdt. Ironisch stelt ze culturele opgeblazenheid aan de kaak, zowel van kunstenaars en curatoren als van museumbezoekers. Over de modetrend om interactie met het publiek in het museum te creëren schrijft ze bijvoorbeeld: „Passief vermaak is overal populair, waarom zouden we het in het museum dan opeens anders willen?”
Slot observeert scherp. „Eén ding is zeker: in onze samenleving heeft het museum, en vooral het kunstmuseum, een ongekende status verworven. Als museumbezoekers zijn we enerzijds, geheel volgens het cliché, moderne kathedraalbezoekers, los van God maar nog wel met een hang naar het hogere. Anderzijds spoeden we ons steeds vaker naar werken van de Grote Namen alsof schilderijen celebrities zijn geworden. En we belagen ze als paparazzi.”
Een museum biedt volgens Slot toegang tot een andere wereld, waar schoonheid valt te ervaren. Ze vraagt dan ook vóór alles aandacht voor de collectie. „Breng een waardevol onderwerp serieus, wat niet hetzelfde is als saai.” De kracht van musea ligt volgens haar „primair in het tonen en duiden van unieke objecten, de mogelijkheid van een ruimtelijke ervaring, en in de niet te overschatten waarde van sociaal verkeer in een omgeving die beschaafd is.”
Opmerkelijk is dat Slot, die niet kerkelijk is opgevoed, soms religieuze termen gebruikt om haar betoog te onderstrepen. „Om zijn functie goed te vervullen moet het museum in de wereld staan, maar niet te veel van de wereld worden.”
Slot keert zich in haar vlotgeschreven boek tegen zowel de verplatting van de museumwereld als tegen de neiging om kunst ver buiten de dagelijkse realiteit te plaatsen. „Wie zich voortdurend conformeert aan de tijdgeest, wordt een echo en verliest zijn stem”, waarschuwt de auteur. Dat doet weldadig aan.
”Museumbezoeking” een even ironisch als tot nadenken stemmend boek. Extra jammer daarom dat de auteur een enkele keer verbaal en inhoudelijk uitglijdt. De opmerking dat het christendom „een mensenofferreligie” is, mist bijvoorbeeld elke grond.
Boekgegevens
Museumbezoeking, Pauline Slot; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 2015; ISBN 978 90 295 3928 9; 223 blz.; € 16,99.