Na vier uur handel stond de Dow-Jonesindex 1,9 procent in de min op 16.666 punten. De brede S&P 500 leverde ook 1,9 procent in, tot 1997 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq ging 2 procent omlaag naar 4778 punten.

De S&P 500 zakte vrijdag voor het eerst sinds februari onder de grens van 2000 punten. De index verloor deze week al 4,5 procent en staat nu 6,5 procent onder het hoogtepunt van dit jaar.

Op 3M (plus 0,4 procent) na stonden alle dertig fondsen in de Dow Jones op verlies. Hekkensluiters waren Nike en Apple met verliezen van circa 4 procent. Microsoft leverde 3,5 procent in.

Naast Apple gingen ook de aandelen van andere grote beurswinnaars van dit jaar hard omlaag. Zo leverde Netflix 5,7 procent in, werd Facebook 3,4 procent minder waard en zakten Google en Amazon 2 tot 3 procent.

De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte met 3 procent naar 40,07 dollar. Daarmee werd de laagste prijs in zesenhalf jaar bereikt, Amerikaanse olie was begin 2009 voor het laatst goedkoper dan 40 dollar per vat.

In de Dow Jones zag oliereus Chevron 2,5 procent van zijn beurswaarde verdampen, de kleinere branchegenoten Marathon Petroleum en Valero Energy stonden bijna 8 procent in de min.

Naast tegenvallende berichten uit China was er vrijdag minder positief nieuws over de Amerikaanse economie, waar de industrie deze maand minder sterk groeit dan verwacht. Door de economische zorgen blijft het de vraag of de Fed volgende maand al de rente in de VS zal verhogen. In de markten wordt de kans op een rentestap in september inmiddels aanzienlijk kleiner geschat dan begin deze week.

Mede daardoor sterkte de euro vrijdag verder aan ten opzichte van de dollar. Rond 19.30 uur (Nederlandse tijd) werd de Europese munt voor 1,1365 dollar verhandeld, tegen 1,1350 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. De euro was medio juni voor het laatst zoveel waard.