Binnenland

Moordenaar wandelvrouwtje wil boeten voor zijn daad

Wat de rechtbank in Assen ook beslist: de moordenaar van de 79–jarige Johanna Maria van Offeren uit Emmen wil boeten voor zijn daad. Dat zei de 30–jarige Erik W. woensdag zelf tijdens de zitting van de rechtbank in Assen, waar vijftien jaar celstraf en tbs met dwangverpleging tegen hem werd geëist. Ook gaf hij al vantevoren aan niet in hoger beroep te gaan tegen het vonnis van de rechtbank.

ANP
3 March 2004 18:07Gewijzigd op 14 November 2020 01:00

Het Openbaar Ministerie (OM) houdt W. verantwoordelijk voor de brute verkrachting en moord op zijn plaatsgenote. Behalve de straf moet de Emmenaar, wat het OM betreft, de nabestaanden een schadevergoeding van 12.520,80 euro betalen.

Op 20 februari vorig jaar werd het verminkte lichaam van de vrouw gevonden, vastgebonden aan een boom in de Emmerdennen. De vrouw stond in de buurt bekend als het wandelvrouwtje, omdat zij dagelijks lange wandelingen door het bos maakte.

W., die een seksuele voorkeur voor oudere vrouwen heeft, vertelde woensdag dat hij op de ochtend van 14 februari vorig jaar van huis was gegaan met de auto, met in de kofferbak een schop. Toen hij Van Offeren zag lopen, pakte hij haar van achteren vast, trok een plastic tas over haar hoofd, sleepte haar naar de auto en duwde haar in de kofferbak.

In het bos bond hij de vrouw aan een boom, ontkleedde haar voor een deel en verkrachtte haar tot drie keer toe. De Emmenaar verklaarde dat het niet zijn bedoeling was de vrouw dood te slaan. „Ik wilde haar een klap met de schop geven zodat ze zich later niets meer kon herinneren." Na sectie bleek dat hij de vrouw drie keer had geslagen en dat ze daaraan was overleden.

W. kwam in beeld tijdens een tweede grootscheeps DNA–onderzoek. Daarbij richtte de politie zich op mannen uit de buurt die een kat thuis hadden, omdat er op de zakdoek die in de mond van het slachtoffer was gepropt, kattenharen waren gevonden. Vrijwel direct na zijn aanhouding op 30 juni bekende W. het misdrijf.

Het Pieter Baan Centrum heeft tbs met dwangverpleging geadviseerd. Volgens de deskundigen kan W. het misdrijf verminderd worden toegerekend. De man heeft meerdere persoonlijkheidsstoornissen, waaronder een vorm van autisme. Zij achten het gevaar voor herhaling groot.

Volgens officier van justitie M. Wolters is er sprake van moord en niet van doodslag. W. nam een plastic tas, touw en schop mee en had een beginnend graf gegraven in de buurt van waar het slachtoffer is gevonden.

Advocaat F. Sieders, de raadsman van W., houdt het op doodslag. „W. had nooit de bedoeling om de vrouw te doden. Zijn doel was seks." De raadsman vroeg zich af waarom W. het slachtoffer een plastic tas over haar hoofd had getrokken als hij toch van plan was haar te doden.

Volgens Sieders schrok W. toen die tas gedeeltelijk van het hoofd van Van Offeren zakte, waarna zij hem met „grote ogen" aankeek. De man zou daardoor zo in paniek zijn geraakt dat hij haar met de schop sloeg. Sieders achtte daarom moord niet bewezen.

W. riep tijdens de zitting de ergernis op van de rechters. Voorzitter H. van Veen ergerde zich er aan dat W. moeizaam antwoordde, terwijl hij tijdens de politieverhoren alles zeer gedetailleerd uit de doeken deed. Om vervolgens in het Pieter Baan Centrum te melden dat hij op het politiebureau „lulverhalen" had opgehangen om „van de agenten af te zijn".

De rechtbank doet op 17 maart uitspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer