Aan Griekenland is in principe een driejarig steunprogramma toegezegd ter waarde van ongeveer 86 miljard euro. In ruil daarvoor moet de Griekse regering een aantal bezuinigingen en hervormingen doorvoeren. Vrijdag buigt de eurogroep zich over het akkoord. De ministers van Financiën van de eurolanden moeten het licht definitief op groen zetten.

In ruil voor de steun moet Griekenland onder meer zijn overheidsfinanciën op orde brengen. Daarbij moet er voor worden gezorgd dat er volgend jaar een klein overschot ontstaat op de begroting, exclusief de uitgaven aan rente op de staatsschuld. Vanaf 2018 zou dat zogeheten primaire overschot op de begroting moeten groeien naar 3,5 procent. Onder meer het belastingstelsel gaat op de schop, waarbij ook corruptie hard zal worden aangepakt. Bovendien wordt het pensioenstelsel herzien.

Ook de banksector moet worden versterkt, waarbij op den duur een versoepeling van de kapitaalcontroles wordt voorzien. Daarenboven zal een breed scala aan hervormingen op de arbeidsmarkt volgen. En zullen ook maatregelen genomen worden op andere markten, zoals de energiemarkt.

Ook zullen behoorlijk wat privatiseringen geld in de la moeten brengen.

Overigens is het nog maar de vraag hoe lang de huidige regering van premier Tsipras kan aanblijven. Na 20 augustus, als de Grieken een aflossing moeten doen aan het Europese Centrale Bank, volgt waarschijnlijk een stemming in het parlement over het vertrouwen in de huidige beleidsmakers.

Oppositiepartij Nieuwe Democratie, die wel voor het nieuwe noodpakket stemde, overweegt het vertrouwen in de regering op te zeggen, zo meldde een parlementariër van die partij vrijdag.