In vijf jaar tijd ging het om zo’n 7500 voorvallen, jaarlijks is dat aantal ongeveer constant. Ongevallen en ernstige incidenten zitten daar niet bij in.

Over de aard van de meldingen wil Defensie niet te veel kwijt. Een klein deel van de meldingen gaat volgens Defensie over technische mankementen of bijvoorbeeld een botsing met een vogel of toestellen die worden aangestraald met een laserpen.

Volgens Defensie gaat het in overgrote meerderheid om meldingen uit voorzorg. Het kan gaan om een defect waarschuwingslampje. Ondanks dat er geen echt probleem was, wordt dit wel gemeld als voorval.

Over het hoge aantal meldingen zegt een woordvoerder: „Er worden zoveel voorvallen gemeld en geregistreerd omdat ons personeel en de organisatie groot belang hechten aan vliegveiligheid. Daarom wordt ook het kleinste voorval, dat in potentie de vliegveiligheid zou kunnen beïnvloeden, geregistreerd.”

Een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur om een overzicht van de meldingen te krijgen, is afgewezen. Daar zijn volgens Defensie meerdere redenen voor. Zo komt volgens de veiligheid van de Staat in het geding. Andere landen kunnen er namelijk informatie aan ontlenen over de gereedheid van de Nederlandse luchtmacht, onder meer over de staat van het materieel en de geoefendheid van de vliegers.

Ook vreest Defensie dat medewerkers niet meer alle voorvallen vrijuit melden als de meldingen in de openbaarheid komen. Alleen als medewerkers ervan op aan kunnen dat de meldingen vertrouwelijk zijn, zullen ze maximale openheid geven, stelt Defensie.