Zinvol geweld en misdaadmonsters
Titel:
”Floors gouden vingers”
Auteur: Adrian Verbree
Uitgeverij: De Vuurbaak, Barneveld, 2003
ISBN 90 5560 264 7
Pagina’s: 172
Prijs: €(13,75. ”De misdaadmonsters”, door Corien Oranje; ill. Roelof van der Schans; uitg. Callenbach, Kampen, 2003; ISBN 90 266 1168 4; 98 blz.; €(7,95.
Titel: ”Operatie Ondergronds”
Auteur: Corien Oranje; ill. Roelof van der Schans
Uitgeverij: Callenbach, Kampen, 2003
ISBN 90 266 1197 8
Pagina’s: 99
Prijs: €(7,95.
Zeer ondernemende basisschoolkinderen die zichzelf in soms heel spannende avonturen storten. Daarmee zijn de hoofdpersonen uit drie recent verschenen boeken -”Floors gouden vingers”, ”De misdaadmonsters” en ”Operatie ondergronds”- getypeerd.
Floor uit het eerste boek, dat niet voor niets ”Floors gouden vingers” heet, is een duidelijk voorbeeld van ondernemingszin. „Het was fascinerend om te zien”, zo schrijft Adrian Verbree, „hoe zijn vingers over de knoppen gleden, of ze een eigen leven leidden, alsof het niet gewoon vingers waren, maar een soort hypergevoelige wezentjes, die hun eigen gang gingen en als snelle rupsen over, in en door de afstandsbediening kropen.”
Dat vreselijk handige jongetje groeit op in een wijk die geterroriseerd wordt door een bende vandalen, de Club voor Zinloos Geweld, geleid door de nietsontziende maar hersenloze Bielk, Pukkel en Puist. Deze drie ’heren’ hebben het al spoedig voorzien op Floor, die dankzij zijn natuurtalent en zijn technische feeling mensen uit de buurt helpt met het repareren van kapotte apparaten.
Natuurlijk is Floor zijn belagers te slim af en hij richt samen met de rijke weduwe Edison een eigen tegen-CVZG op, de ”Club Voor ZinVOL Geweld”. Dat „zinvolle” geweld liegt er trouwens ook niet om: de zinlozen worden vanuit een door Floor ontworpen en gebouwde rolstoelhelikopter bestookt met bevroren frikadellen en patatten, en de drie leiders verdwijnen heel letterlijk van de aardbodem: van hen wordt nagenoeg niets meer teruggevonden. Dat alles dankzij de uitvindingen die Floor doet in de rijk van technische spullen voorziene Edelsloperij van de overleden Alva Edison, neef van de gloeilampenuitvinder.
Bizar
Het is, zacht uitgedrukt, een nogal bizar verhaal, waar ondanks de nogal wrede vernietiging van de drie criminele jongens, vrolijk om gelachen kan worden. Al doet de humor van Verbree naar mijn smaak dikwijls wat al te geforceerd aan. Hinderlijk is het ook, vooral in het begin, dat de schrijver met zijn toelichtende commentaar regelmatig tussen de lezer en het verhaal in gaat staan, in plaats van vanuit de hoofdpersoon te schrijven. Daar staat dan weer tegenover dat hij meermalen een kostelijk beeldende taal hanteert: „Een oude klimplant zocht zijn weg over het rieten dak en keerde zijn grote paarse en roze bloemen naar de avondzon… Het wachten duurde lang; de wijzers van de klok kropen moeizaam door de stroop van de tijd… Langzaam begon het doek te glijden tot het plotseling helemaal loskwam van de dakrand en met de trage, golvende bewegingen van een zeerog naar beneden zweefde.”
Zo legt hij zijn hoofdpersoon allerlei Marten-Toonderachtige fantasiewoorden in de mond. ’t Is alsof je Kwetal-de-Breinbaas hoort, als Verbree Floor bijvoorbeeld tegen een kapot apparaat laat zeggen: „Te veel zuiglucht, hè? Je happerd zit klem, zo kan je niet lekker hoempen, hè? En je sproeier is ook helemaal verdingest. Zo verplof je steeds.”
Het boek is bij de christelijke uitgeverij De Vuurbaak verschenen, maar vertoont geen spoortje christelijkheid. Dit bedoel ik niet als verwijt, maar ze gaan daar dus ook op de neutrale toer.
Geheime club
De twee andere boeken spelen zich wél af in een christelijk milieu. Het zijn de eerste twee delen van de nieuwe jongensdetectiveserie ”Top Secret” van Corien Oranje. Centrale figuur is Nathan die, in de klas onder de les, opeens een propje papier op zijn tafel krijgt. Het blijkt een briefje in spiegelschrift, waarin hij uitgenodigd wordt om lid te worden van een geheime club met de geheimzinnige naam ”Misdaadmonsters”, en dat is meteen de titel van het eerste deel.
„Nathan wil niets liever dan politieman worden. Of detective. Of spion. Achter boeven aan sluipen. Verdachte auto’s aanhouden. Misdaden oplossen. Oude mensen redden. En nu krijgt hij eindelijk de kans.” Uiteraard wordt hij dus maar al te graag lid, al kunnen de andere clubleden hem maar moeilijk uitleggen wat nu precies het doel is van de club. De bedoeling is om de misdaad te bestrijden. Nathan woont een eerste vergadering bij in de geheime hut (want die is er alvast wel), hij moet een proef afleggen, maar dan blijkt dat de club helemaal niet zo geheim is als de leden dachten. Ze worden bespioneerd. Maar door wie? Dat blijken ten slotte anderen te zijn dan ze aanvankelijk dachten.
Geheime gang
In het tweede deel, ”Operatie ondergronds”, gaat de club echt aan het werk. Hun detectivespelletje blijkt echter bepaald niet zonder gevaar te zijn. Ze krijgen te maken met echte misdadigers. Een van hen is de beheerder van de begraafplaats, die om een kinderachtige reden zijn hond op de jongens afstuurt. Maar intussen hebben ze wel gezien dat er in het huisje van die beheerder een groot gat in de vloer gegraven wordt. Er schijnt bovendien zoiets te bestaan als een geheime gang die van de kerk naar het kasteel loopt, waar kostbare schilderijen hangen. De jongens vertrouwen het zaakje niet en gaan dus op onderzoek uit. Ze ontdekken in de kelder onder de kerk de toegang tot de geheime gang. Nathans vader, de dominee van die kerk, betrapt de jongelui. De straf die hij zijn zoon geeft, komt hard aan.
„Nathan zit somber op zijn bed voor zich uit te staren, zijn kin in zijn handen. Een week lang vroeg naar bed, twee weken lang niet achter de computer, excuses aanbieden aan de vent die zijn pitbull op Jaco afstuurde, een verbod om de onderaardse gang te bezoeken. Zijn vader begrijpt ook niets van misdaadbestrijding.”
Er komt echter onverwachts hulp, van niemand minder dan van meester Hakker, de directeur van Nathans school. De spanning loopt flink op, Nathan komt in een gevaarlijke situatie terecht, maar het loopt, zoals het een goed jeugdboek betaamt, uitstekend af. Behalve natuurlijk voor de misdadigers. Hoewel… Nu ja, lees zelf maar. De suggestieve tekeningen van Roelof van der Schans zullen daarbij op hun eigen manier helpen.