De crisis voorbij: groei trekt volgend jaar aan tot 2,4 procent
DEN HAAG. Het herstel van de economie zet krachtig door. Die conclusie komt op uit de nieuwe prognose van het Centraal Planbureau (CPB). Voor volgend jaar ligt een groei van 2,4 procent in het verschiet. De werkloosheid blijft echter een zwak punt in het rooskleurige beeld. Die daalt slechts mondjesmaat.
De cijfers voor de afrondende begrotingsbesprekingen binnen het kabinet liggen op tafel. Het CPB publiceerde gisteren de geactualiseerde berekeningen.
Het gaat onmiskenbaar steeds beter: de crisis voorbij, mogen we zeggen. De jongste ramingen zijn dan ook geweldig nieuws voor de regeringscoalitie. Als de voorspellingen realiteit worden, kan zij, in de aanloop naar de verkiezingen van 2017, goede sier maken met deze gang van zaken.
Terwijl het Planbureau in maart nog uitging van een toename van het bruto binnenlands product (bbp) in 2016 van 1,8 procent, acht het nu 2,4 procent haalbaar. Dit jaar levert naar verwachting een expansie op van 2,0 procent. Dat zijn mooie prestaties. Nog niet zo lang geleden leek het er immers op dat we ons, na de lange en diepe crisis, voorlopig tevreden zouden moeten stellen met een magere groei. Sneller dan gedacht keren we echter terug naar een niveau van boven de 2 procent.
Dat hangt samen met zowel internationale als binnenlandse factoren. De wereldhandel trekt aan. Het CPB spreekt van een „robuuste” groei in Europa en de VS; met dank aan vooral de lage olieprijs en, wat het eurogebied betreft, de verzwakking van de eigen munt ten opzichte van de dollar. De export stijgt in 2016 met 5,1 procent. In het binnenland dragen de consumptie (plus 2,0 procent) en de investeringen (plus 5,6 procent) beide bij aan de opwaartse beweging.
Het overheidstekort zakt dit jaar tot 2,1 procent van het bbp en in 2016 tot 1,5 procent. Het is daarmee inmiddels een flink eind verwijderd van de in de EU gehanteerde bovengrens van 3 procent. De positieve trend van de publieke financiën maakt het mogelijk om in de nieuwe begroting, zoals al aangekondigd, 5 miljard euro te besteden aan lastenverlichting. Dat betekent een stevige stimulans voor de economie.
Alleen met het terugdringen van de werkloosheid wil het niet echt vlotten. Het aantal werkzoekenden vermindert in het komende jaar van 620.000 naar 600.000, van 6,9 naar 6,7 procent van de beroepsbevolking. Dit jaar is er sprake van een daling met 40.000 personen, van 7,4 naar 6,9 procent. De opvallend sterke opleving van de groei gaat dus niet gepaard met een forse afname van de werkloosheid. Op dat terrein ligt er de uitdaging voor het kabinet om de ontwikkeling in gunstige zin bij te kleuren.
Qua koopkracht dreigen gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden de verliezers te worden. In het voorlopige plaatje gaan zij er volgend jaar respectievelijk 1,1 en 0,3 procent op achteruit, terwijl werkenden gemiddeld 2,4 procent winst boeken. Maar minister Asscher (Sociale Zaken) heeft gisteren al beloofd die cijfers te zullen bijstellen. De bewindsman zit daarmee op dezelfde lijn als de fractie van zijn eigen PvdA, terwijl coalitiepartner VVD hamert op koopkracht voor werkend Nederland. SP, CDA en 50Plus willen ook meer geld voor ouderen, SP en GroenLinks willen dat eveneens voor uitkeringsgerechtigden.