Commentaar: Boer kampt met lage melkprijs
Voor melkveehouders zijn het moeilijke tijden. Al maanden daalt de melkprijs fors en een kentering lijkt nog niet in zicht.
De moeilijkheden hangen nauw samen met de sterk veranderde positie van de Europese melkveehouderij. Tientallen jaren had zij een beschermde status, maar dat is dit jaar drastisch gewijzigd.
Het gaat daarbij om de afschaffing van de melkquota per 1 april. Deze quota had de Europese Commissie in 1984 ingevoerd om het enorme melkoverschot terug te dringen. Het beleid had effect en positief was ook dat de melkprijs voor de boeren op een vrij redelijk niveau bleef.
Wereldwijd werden de protesten tegen het Europese quotabeleid echter steeds groter. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is internationale vrijhandel het uitgangspunt, en daarom vonden zowel rijke als armere landen dit beleid onacceptabel.
Die kritiek was te begrijpen. De EU beschermde de eigen zuivelmarkt niet alleen door de quota, maar ook door het weren van zuivelproducten uit andere landen, terwijl bovendien de veelal duurdere Europese melkproducten met exportsubsidies op de wereldmarkt werden afgezet. Door de toenemende druk onderkende de Europese Commissie in 2007 terecht dat het roer om moest. Om de boeren niet voor het blok te zetten, werd besloten dat de melkquota pas op 1 april 2015 zouden worden afgeschaft.
Voor de Nederlandse melkveehouderij, die wereldwijd qua productie in de kopgroep zit, biedt de verandering kansen. Door de melkquota konden boeren het aantal koeien moeilijker uitbreiden, maar mede dankzij het verdwijnen van de productiebeperking zijn er nu meer mogelijkheden voor modernisering en schaalvergroting. Dat proces is duidelijk gaande.
Maar dat kan niet ongebreideld. De melkveehouderij heeft te maken met toenemende maatschappelijke eisen. De sector moet rekening houden met zaken als duurzaamheid, fosfaatrechten, weidegang van de koeien en zorg voor weidevogels. Op dat vlak is er soms sprake van een zodanige regelgeving dat boeren er in de praktijk moeilijk mee uit de voeten kunnen. Daar staat tegenover dat in een dichtbevolkt land als Nederland en vanuit de optiek van rentmeesterschap zeker voorwaarden aan de productie gesteld kunnen worden, maar die moeten wel evenwichtig en uitvoerbaar zijn.
Voor de melkveehouders wordt het er niet eenvoudiger op nu de bescherming door Europees beleid is ingewisseld voor de afhankelijkheid van de wereldmarkt. En die is grillig, zo bleek de achterliggende maanden, want de melkprijs staat erg onder druk. Andere agrariërs, zoals varkenshouders, tuinders en aardappeltelers, hebben al veel langer de ervaring dat het leveren van goede producten op de vrije wereldmarkt geen garantie biedt voor een redelijke prijs.
Voor de melkveehouders is de lage melkprijs zuur. Temeer daar de consumentenprijs voor zuivelproducten nauwelijks is gedaald. De marge wordt elders in de keten, zoals de melkverwerkende industrie en de winkelketens, verdiend. Dat geeft een vervelend gevoel. Daar mag Brussel weleens beter naar gaan kijken. Vrijhandel is goed, maar niet tegen elke prijs.