Economie

Automakers klitten steeds meer samen

Volkswagen is Toyota gepasseerd als best verkopende autoconcern. Maar het Duitse bedrijf bereikte die positie niet alleen met het ‘moedermerk’.

Tony Vos
31 July 2015 18:33Gewijzigd op 15 November 2020 20:47

Volkswagen produceerde in de eerste helft van dit jaar 5,04 miljoen auto’s, tegen 5,02 miljoen bij Toyota. Het is de vraag of Volkswagen deze positie het gehele jaar kan vasthouden. Het merk verkoopt veel auto’s op de Chinese markt, en die staat juist op dit moment onder druk.

Volkswagen mag dan met de kever nog steeds op nummer 1 staan voor wat betreft het meest geproduceerd automodel, op de altijd dynamische automarkt in de hele wereld kan geen enkele fabrikant het zich veroorloven stil te zitten. Het is met enige regelmaat stuivertje wisselen in de top 3, met naast Volkswagen ook Toyota en General Motors. Stuk voor stuk bedrijven die met diverse merken meerdere ijzers in het vuur hebben.

Audi, Seat, Skoda, Porsche, Bentley, Lamborghini, Bugatti, vrachtwagenmerken MAN en Scania en motorfabrikant Ducati geven de Volkswagen Groep enorme dimensies. General Motors voert Chevrolet, Cadillac, Buick, Opel, Vauxhall en Holden, terwijl Toyota zijn omzetten mede haalt met submerken Lexus, Scion en Daihatsu.

Samenwerking

Veel autoconcerns hebben naast diverse eigen merken volop samenwerkingsverbanden op productieniveau, of ze gaan nog een stap verder en nemen aandelen in elkaars ondernemingen. Een goed voorbeeld zijn Daimler, Renault en Nissan. De Franse fabrikant heeft een groot aandeel in Nissan, terwijl Nissan ook weer een belang heeft in Renault. Nissan voert in het merkenpalet eveneens Infiniti en Datsun, terwijl Renault succesvol is met Dacia en binnenkort sportwagenmerk Alpine weer opnieuw opstart. Ook is Renault eigenaar van het Koreaanse Samsung Motors, en samen met Nissan heeft het een meerderheidsbelang in het Russische Lada.

De Renault-Nissangroep wisselde enkele jaren geleden aan­delen uit met Daimler, het concern waartoe Mercedes-Benz en smart behoren. Voorbeelden van de kruisbestuiving zijn motoren en bodemgroepen van Mercedes voor Infiniti en kleine diesels van Renault voor de voorwiel aan­gedreven modellen van het merk met de ster.

Toyota levert hybride technologie aan BMW, terwijl BMW juist weer dieselmotoren aan Toyota verkoopt. BMW bestiert ook de merken Mini en Rolls-Royce. PSA en Fiat bouwen al tientallen jaren samen bestelwagens.

Toch blijven dit soort verbanden niet star en oneindig. De grote bestelbussen zoals de Fiat Ducato en Peugeot Boxer komen uit Italië. Uit het project van de midden­klassenbestellers stapte Fiat terug, maar PSA vond in Toyota een nieuwe partner.

De link tussen PSA en Toyota is niet nieuw. Toyota bouwt in zijn Tsjechische fabriek al jaren voor Peugeot en Citroën kleine modellen uit het A-segment (Peugeot 107/108 en Citroën C1) die onderhuids gelijk zijn aan de eigen Toyota Aygo. Fiat ontwikkelt nu op basis van de nieuwe Renault Trafic een opvolger voor de middenklassen-bestelwagen, terwijl de Turkse Fiatfabriek als Opel Combo een afgeleide versie van de eigen Doblo bouwt.

Ingewikkeld

Hoe ingewikkeld sommige verbanden binnen de automotive­branche liggen, blijkt uit de Renault Maxity, een lichte bedrijfswagen. Deze kleine vrachtwagen is op wat logo’s na gelijk aan de Nissan NT400 Cabstar. De Spaanse Nissanfabriek, waar deze modellen worden gebouwd, valt op concernniveau onder de verantwoordelijkheid van Renault­personenauto’s. Maar de verkoop van de Maxity is weer een activiteit van Renault Trucks, dat volledig in handen is van Volvo AB. Om het nog ingewikkelder te maken: de vrachtwagentak van Volvo heeft weer niets te maken met de personenauto’s, die laatste maken deel uit van het Chinese Geely.

Veel merken zijn op de Chinese automarkt actief met eigen fabrieken. Het jarenlange beleid in China was dat buitenlandse firma’s alleen toegang tot productiefaciliteiten kregen door joint ventures aan te gaan met Chinese bedrijven op 50/50-basis. Het voorbeeld van Geely, dat enkele jaren geleden Volvo kocht, geeft aan dat ook Chinese firma’s op de overnametoer zijn. Een ander Aziatisch voorbeeld is het mega­concern Tata. Het familiebedrijf nam jaren geleden de typisch Britse merken Jaguar en Land Rover van Ford over.

Dat niet alle overnames goed gaan, blijkt deze eeuw uit de teloorgang van MG Rover en meer recent het Zweedse Saab. Het merk MG is in Chinese handen, maar pogingen tot herintroductie in Europa leveren tot nu toe slechts teleurstellende resultaten op. Saab bestaat op papier nog steeds. Er zijn recent zelfs spionagefoto’s vrijgegeven van een nieuw model dat in ontwikkeling is. Maar door de schaalvergroting in de auto-industrie is het moeilijk voorstelbaar dat een herstart van een klein en zelfstandig Saab haalbare kaart is.


Duurste merken meest winstgevend

De ene na de andere auto­fabrikant rapporteerde deze week winststijgingen bij de presentatie van de cijfers over het tweede kwartaal. Zoals Fiat Chrysler en Renault, en zélfs PSA Peugeot Citroën, dat drie jaar op rij in de rode cijfers terechtkwam, wist weer een plus te melden. Het Amerikaanse Fordconcern noteerde in het tweede kwartaal van dit jaar een nettowinst van 1,7 miljard euro. Knap, omdat het de enige Amerikaanse fabrikant is die jaren geleden de crisis op eigen kracht overleefde. De Franse fabrikant Renault zag de winst zelfs met 47 procent toenemen, dankzij het flink aantrekken van de automarkt in Europa.

Er tekent zich overigens al enige tijd een trend af dat juist de dure automerken het meest winstgevend zijn. In 2014 zorgden de zogenaamde premium auto­merken voor 40 procent van de totale winst in de autobranche, terwijl ze slechts 12 procent van de verkopen uitmaken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer