Cultuur & boeken

Zomerserie: De bibliotheek van Kasteel Amerongen

Terwijl opa gaat wandelen in de tuin, laten de kleinkinderen alvast een bad vollopen. Maar ze vergeten de kraan dicht te draaien. De waterschade is nog te zien in sommige boeken van de Amerongse kasteelbibliotheek.

Jan-Kees Karels
22 July 2015 19:20Gewijzigd op 15 November 2020 20:37
De vrijwilligers Gerda Voogd (l.) en Mechteld Leenknecht en conservator Lodewijk Gerretsen. beeld RD, Anton Dommerholt
De vrijwilligers Gerda Voogd (l.) en Mechteld Leenknecht en conservator Lodewijk Gerretsen. beeld RD, Anton Dommerholt

De opa heet Godard graaf van Aldenburg Bentinck (1857-1940). Hij betrekt op 22-jarige leeftijd Kasteel Amerongen, nadat het tachtig jaar vrijwel onbewoond was geweest. Onder zijn leiding komt het kasteel tot nieuwe bloei. De graaf steunt de bevolking van Amerongen door agrarische projecten op te zetten. Hij geeft architect P. J. Cuypers opdracht veranderingen in het kasteel aan te brengen. En hij richt een bibliotheek in.

De ongeveer 3500 boeken zijn onder­gebracht in een sfeervolle kamer op het zuiden – een lievelingskamer van de bewoners van toen. In de tijd van graaf van Aldenburg Bentinck werd het vertrek als zitkamer gebruikt. Je kunt je voorstellen hoe hij in een grote armstoel bij de open haard zat te lezen. Op een tafel ligt een oude Statenbijbel in kalfsleren band, met handgeschreven aantekeningen van geboortes en overlijden. De geborduurde armstoelen dateren uit de zeventiende en de achttiende eeuw. Het behang –kleine vellen bedrukt papier– werd rond 1835 in Frankrijk vervaardigd.

Vogels en bloemen

Kasteel Amerongen bezit een van de weinige bewaarde adelsbibliotheken, zegt conservator Lodewijk Gerretsen. „Het is een echte zichtbibliotheek. Er wordt niet uitgeleend, maar als mensen geïnteresseerd zijn, kunnen ze de boeken natuurlijk wel inzien.”

Vrijwel alle boeken zijn afkomstig van de oorspronkelijke bewoners. Kenmerkend voor een adelsbibliotheek is de functionele opzet: de boeken informeren over het hofleven, het politieke en culturele bedrijf en het beheer van de landgoederen. Ze gaan, heel praktisch, over koken en tuinieren, over vruchten, gewassen, vogels en bloemen. Er zijn boeken over de vaderlandse geschiedenis, Romeinse oudheden, werken op het gebied van de krijgskunde, reis­journalen, etiquetteboeken en romans.

Badkamer

De geschiedenis van Kasteel Amerongen begint officieel in het jaar 1286. Op 20 juli van dat jaar verklaart Floris V van Holland dat Henric en Diederic Borre van Ame­rongen zijn mannen van leen zijn geworden van den ”Huyse dat si doen timmeren”.

In z’n huidige vorm dateert het kasteel uit de zeventiende eeuw. Het vorige slot werd in 1673 door de Fransen met takken­bossen in brand gestoken. Margaretha Turner begeleidde de herbouw. „Haar man was diplomaat en daardoor bijna altijd afwezig”, zegt Gerretsen. „Zo weten we veel over de herbouw, omdat ze haar man informeerde door middel van briefjes.”

Vanaf 2009 zijn alle boeken schoon­gemaakt. Daarvoor waren veel handen nodig. Kasteel Amerongen werkt met zo’n 
150 enthousiaste vrijwilligers, die breed worden ingezet: als rondleider, als „tuin­kabouter” of „textielengel.”

De dames Gerda Voogd en Mechteld Leenknecht behoren tot dit team. Ze hielpen met het schoonmaken van de boeken. „We hebben ze stuk voor stuk in zuurvrij papier ingepakt en in dozen opgeslagen”, zegt Leenknecht. „De boeken zijn nagekeken”, aldus Voogd, „en de losliggende ruggen vastgemaakt. Ook zijn veel boeken met was behandeld om korreligheid tegen te gaan.”

Tijdens het werk kwamen de twee aller­lei sporen van de bewoners tegen: het strafwerk van een van de jongens, een verdwaald briefje, of een getuigschrift van de nog jonge graaf van Aldenburg Bentinck dat hij zich op de kostschool in Arnhem goed had gedragen – gevonden in een dichtbundel die hij daarvoor als beloning kreeg.

Een enkel boek vertoont sporen van op­gedroogd water. „Er is een ongeluk geweest”, vertelt Voogd. „Vroeger was hierboven een badkamer. De graaf wilde een wandeling maken. Hij had z’n klein­kinderen gevraagd alvast het bad vol te laten lopen. De kinderen deden dat, maar waren daarna gaan spelen. Toen is het bad overgelopen en droop het water naar beneden. Uiteindelijk viel de schade mee, maar opa was wel boos natuurlijk.”

Wilhelm II

De meeste boeken zijn afkomstig van de familie Van Reede uit de zeventiende en de achttiende eeuw, legt Gerretsen uit. „Dat weten we door de ex libris en door de aantekeningen die in de boeken zijn gemaakt. Achter de bibliotheek is een kleinere werkkamer, waar vooral de boeken staan die graaf van Aldenburg Bentinck zelf heeft aangeschaft”.

Een belangrijke rol in de collectievorming hadden Frederik Christiaan Reinhard van Reede, de vijfde graaf van Athlone, en zijn vrouw Annebeth van Reede-van Tuyll van Serooskerken. Beider portretten zijn in de bibliotheek te vinden.

Annebetje, zoals ze wel werd genoemd, was een volle nicht van de bekende schrijfster Belle van Zuylen ,die regelmatig op Kasteel Amerongen logeerde. Annebetje las veel boeken, vooral Franse literatuur. Ze was de spil van het muzikale leven op het kasteel, dat vooral in de achttiende eeuw bloeide. Zo arriveerde door haar toedoen op Amerongen een door Jacob Kirckman gebouwd klavecimbel uit Engeland.

Een opvallende gebeurtenis in de twintigste eeuw was het verblijf van de Duitse keizer Wilhelm II, na de Eerste Wereld­oorlog. Het bureau waaraan hij zijn abdicatie ondertekende, is nog te zien. Gerretsen: „De keizer zou voor een paar dagen komen, maar dat werd anderhalf jaar. Hij heeft dus hier in de bibliotheek zitten lezen. Er waren in die tijd allerlei wetenschappers op het kasteel. Vele uren heeft de keizer in de bibliotheek doorgebracht.”

www.kasteelamerongen.nl


zomerserie Oude papieren

Dit is het eerste deel in een serie over karakteristieke bibliotheken in Nederland. Over twee weken deel 2.


”Les Fables” van 
J. de la Fontaine

Het is zomer. Terwijl de mier ijverig z’n voorraad binnenhaalt, sjirpt de krekel. ”Kom, luister naar mijn lied”, zegt de krekel tegen de mier, maar die weigert, want hij moet werken. Als het winter wordt, heeft de mier z’n zaakjes op orde, en de krekel niets. De moraal van het verhaal: „Wie leeft van kunst gaat door voor gek. Vaak lijdt hij honger en gebrek.”

Het is een van de bekendste fabels van de Franse schrijver Jean de la Fontaine. Hij grijpt ermee terug op de fabels van de Griekse dichter Aisopos. Een exemplaar van De la Fontaines’ beroemde boek ”Les Fables”, een editie uit 1755, is te vinden in de bibliotheek van Kasteel Amerongen. De la Fontaine publiceerde het eerste deel in 1668 en het tweede deel in 1679. Het betreft een verzameling van 243 fabels in dichtvorm geschreven, waar in de meeste gevallen dieren met menselijke eigenschappen centraal staan en waar een moraal in doorklinkt. Andere topstukken in de bibliotheek van Kasteel Amerongen zijn een Statenbijbel uit 1650, een tweedelige landatlas uit 1724 van de beroemde Nederlandse cartograaf Johannes van Keulen (1724) met 
210 kaarten van diverse makers, en ”The Gardeners Dictionary” (1759), geschreven door de Engelse botanicus Philip Miller.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer