In het eerste kwartaal van dit jaar waren 289.000 mensen een jaar of langer werkloos. Dat waren er in dezelfde periode een jaar eerder 233.000, aldus het statistiekbureau.

In totaal waren er 340.000 mannen en 323.000 vrouwen werkloos in het eerste kwartaal. Van de werkloze mannen zat 47 procent (160.000), al minimaal een jaar thuis. Een jaar eerder had 35 procent (132.000) van de werkloze mannen al minimaal een jaar geen baan. Ruim de helft van de langdurig werklozen is 45 jaar of ouder.

Maar ook bij de vrouwen groeit de langdurige werkloosheid. In het eerste kwartaal van 2014 was 30 procent langdurig werkloos (101.000), tegen 40 procent in het eerste kwartaal van dit jaar (129.000).

Overigens is het aandeel langdurige werklozen vergeleken met andere landen in de Europese Unie in Nederland relatief laag, aldus het CBS. Vorig jaar was 3 procent van de Nederlandse beroepsbevolking langdurig werkloos. Het EU-gemiddelde was iets meer dan 5 procent.

Daarbij gaat Griekenland „eenzaam” aan kop, met 19,5 procent langdurig werklozen. Het land wordt gevolgd door Spanje met 12,9 procent. Onder aan de lijst staan Zweden (1,5 procent) en Oostenrijk (1,5 procent), gevolgd door Luxemburg met 1,6 procent.