Greenpeace stelde dat de boorcampagne aardig begint te lijken op de rampzalige expeditie van Shell in 2012. Het schip, de Fennica, is volgens de milieugroepering ruim een maand uit roulatie. „Eind september moet Shell alweer stoppen met proefboren. Hoe meer we van Shell’s werk zien in het Noordpoolgebied, hoe duidelijker het wordt dat Shell simpelweg niet in staat is om veilig te werken”, aldus campagneleider Faiza Oulahsen.

Shell stelde juist voor zorgvuldigheid te hebben gekozen door het schip naar een droogdok in Portland te brengen „hoewel we denken dat een tijdelijke reparatie ook uitgevoerd had kunnen worden in Dutch Harbor”. Die havenplaats in Alaska geldt als de uitvalsbasis van Shell’s vloot voor de boorwerkzaamheden.

Shell liet ook weten in conclaaf te zijn met overheden om een concreter beeld te krijgen van het akkoord dat westerse landen sloten over het atoomprogramma van Iran. Shell zou graag aan de slag gaan in het land, dat ooit de op een na grootste producent binnen OPEC was. Voor het moment blijft het concern zich houden aan de sancties tegen Iran die in 2012 werden ingesteld en die met het akkoord stapsgewijs zullen worden afgebouwd.