WMO biedt kerk nieuwe kansen
De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) biedt kerken volop de gelegenheid om als een barmhartige Samaritaan aanwezig te zijn in de samenleving, stelt ds. P. van der Kraan.
De Amsterdamse Mozes en Aäronstraat wordt gemarkeerd door twee imposante gebouwen: het Paleis op de Dam (voorheen het Amsterdamse stadhuis) en de Nieuwe Kerk. De straat heeft zijn naam eraan te danken dat in vroeger tijden de Amsterdamse vroede vaderen vanuit het stadhuis regelmatig overstaken naar de consistoriekamer van de Nieuwe Kerk, waar zij de Amsterdamse predikanten wisten. Zij behoefden de raad van die predikanten in belangrijke kwesties betreffende de Amsterdamse burgerij. Omgekeerd staken de Amsterdamse predikanten weleens over van de Nieuwe Kerk naar het stadhuis.
Vandaar de naam Mozes en Aäronstraat: Mozes – man van het stadhuis, zogezegd; en Aäron – man van de kerk. Beide broers vertegenwoordigden Israëls theocratie. Wat was het een gouden tijd toen in de Nederlanden van de 17e eeuw iets van dat theocratisch besef herleefde. Overheid en kerk sloegen de handen ineen in hun gezamenlijke zorg voor de Amsterdamse bevolking.
WMO
Iets van die oude glans zag ik terug in een recent gehouden beraad met betrekking tot de gezamenlijke zorg van overheid en kerk voor de plaatselijke bevolking. Nee, het was niet in Amsterdam, maar in het Zeeuwse. En het hing samen met de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die de zorg met ingang van 2015 anders organiseert.
De verandering komt erop neer dat burgerlijke gemeenten ervoor moeten zorgen dat zorgbehoeftige mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Daarvoor worden betaalde krachten ingeschakeld. Daarover is in de politiek veel te doen, vooral op financieel gebied. Daarnaast blijven nog zo veel andere hulpvragen over, zoals het doen van de wekelijkse boodschappen, begeleiding bij een artsenbezoek, het ophalen van kinderen als beide ouders ziek zijn, of een uurtje bezoek bij een eenzame oudere. Niet iedereen kan daarvoor terugvallen op mantelzorg. In dergelijke gevallen moet men zich kunnen beroepen op wat vroeger buurtzorg of burenplicht heette – een fenomeen dat helaas lang niet overal bestaat.
In die situatie heeft de Middelburgse SGP-fractie in de aanloop naar de uitvoering van de WMO contact gezocht met de diaconie van de Ter Hoogekerk – het thuis van gereformeerde gemeente van Middelburg-Centrum. In korte tijd was er een pool van vrijwilligers beschikbaar die bereid zijn om een helpende hand te bieden waar nodig. De (on)kerkelijke achtergrond van de hulpvragers speelt daarbij geen enkele rol. De kerk is beschikbaar voor heel de wijk! Deze vrijwillige thuiszorg wordt altijd verleend voor een duidelijk afgebakende tijd.
Veel aandacht
Inmiddels is de vonk overgesprongen naar een van de nabijgelegen dorpen behorend tot de gemeente Middelburg. Vorige week vond in Arnemuiden een ontmoeting plaats tussen een vertegenwoordiging van de gemeente Middelburg, onder anderen in de persoon van de wethouder van Zorg, Welzijn en Volksgezondheid, met vertegenwoordigers van de diaconieën van de plaatselijke kerken: de gereformeerde gemeente in Nederland, de gereformeerde kerk, de hersteld hervormde kerk en de hervormde gemeente. Daarbij tekenden alle participanten een intentieverklaring die erop neerkomt dat de plaatselijke kerken vrijwilligers leveren om aan hulpvragen die blijven ondanks betaalde zorg, zo veel mogelijk tegemoet te komen. En weer geldt: (on)kerkelijke achtergrond doet er niet toe. De hulpvragen lopen via het loket van de burgerlijke gemeente, de vrijwilligers worden grotendeels door de kerken geleverd.
In de regio krijgt dit gebeuren veel aandacht. De Provinciale Zeeuwse Courant heeft al meerdere malen over deze initiatieven bericht en Omroep Zeeland doet er verslag van. Ook in de landelijke pers kregen deze initiatieven aandacht. Groot Nieuws Radio had een interview met de eigenlijke initiatiefnemer: het Middelburgse SGP-raadslid Moens. Ook deze krant berichtte erover.
Kennelijk is dit initiatief, waarbij burgerlijke overheid en plaatselijke kerken de handen ineenslaan, tamelijk zeldzaam. Het is ook opgemerkt door seculiere plaatsgenoten. Een enkeling vermoedt dat dit initiatief wat betreft de kerken wordt ingegeven door de drive om zieltjes te winnen. Maar veruit de meeste mensen oordelen er uitermate positief over.
Barmhartige Samaritaan
Werd de uitvoering van de WMO met de nodige scepsis en kritiek tegemoetgezien, in werkelijkheid biedt deze volop gelegenheid aan kerken om in zich in de dorps- of stadsgemeenschap te presenteren op een manier die de Heere Jezus heeft aangewezen in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Waarbij niet de vraag telt wie onze naaste is, maar voor wie wij een naaste kunnen zijn, onverschillig wie hij/zij is. Het mooiste zou zijn als de hulpverleners zelf putten uit de dienst van Hem Die onze Naaste is geworden in de diepste zin van het Woord: Jezus Christus.
De auteur is hervormd emeritus predikant te Arnemuiden en pastoraal medewerker in de hervormde gemeente aldaar.