Houd het Binnenhof open
De Eerste en de Tweede Kamer vijf jaar elders onderbrengen tijdens de renovatie van het Binnenhof is onverstandig, vindt Diederik Smit. Gezien de belangrijke symboolfunctie en de geschiedenis moet het Binnenhof openblijven.
Het Binnenhof is dringend aan renovatie toe. Een volledige verplaatsing zorgt voor een snellere en efficiëntere renovatie, zo stelt een commissie onder leiding van oud-minister Spies in een deze week uitgebracht advies. Volgens een schatting zou een geleidelijke verbouwing dertien jaar duren. Als alle gebruikers tijdelijk verhuizen naar elders, kan de renovatie in 5,5 jaar afgerond zijn. De kosten schat de commissie-Spies op circa een half miljard euro.
Het huidige getouwtrek over de renovatie is zeker niet uniek. De huisvesting van Nederlands belangrijkste politieke organen stond in de 19e en de 20e eeuw voortdurend ter discussie. Zo werd het regeringscentrum in de Franse tijd zelfs korte tijd naar Amsterdam verplaatst. Ook werd er geopperd om de voormalige grafelijke residentie af te breken en te vervangen door grootschalige nieuwbouw. Deze rigoureuze plannen haalden het nooit. In plaats van grootschalige vervanging of (tijdelijke) verhuizing koos men telkens voor stapsgewijze aanpassing.
Afgezien van de bezettingsjaren hebben de Staten-Generaal de voorbije 200 jaar het Binnenhof dan ook nooit hoeven verlaten. De reden is overigens een typisch Nederlands fenomeen: de poldercultuur. Nooit slaagde één partij erin om zijn wil op te leggen aan anderen.
Ik pleit er ook voor om het Binnenhof open te houden. Het complex is tegenwoordig van grote symbolische en educatieve waarde. Plaatsen zoals het Torentje en de Trêveszaal zijn inmiddels begrippen op zich, nauw verbonden met hun politieke functie. De laatste tien jaar trekt het Binnenhof bovendien steeds meer bezoekers, vooral scholieren. Het is een uniek historisch complex met gebouwen uit acht verschillende eeuwen. Ook zitten bijna nergens ter wereld de verschillende politieke machten zo dicht bij elkaar. Op minder dan 1 vierkante kilometer kan de Nederlandse geschiedenis en staatkunde worden uitgelegd. Het is ontzettend jammer als een hele generatie scholieren deze verhelderende kennismaking mist.
Een jarenlang gemis van die beeldbepalende symbolen zou de afstand tussen electoraat en politici ook gemakkelijk kunnen vergroten. Want ook voor de media zijn bijvoorbeeld het Torentje en de Ridderzaal belangrijke elementen om beeldend verslag te kunnen doen van de politiek. Een anoniem, ‘grijs’ gebouw als het ministerie van Buitenlandse Zaken, de voorgestelde tijdelijke locatie, zou deze functie niet kunnen overnemen. Ten slotte leert de huisvestingsgeschiedenis van dit complex nog een belangrijke les. Verbouwingen duren langer en zijn kostbaarder dan gepland. Vanwege de vele bewoners verloopt de besluitvorming altijd stroperig.
Net als veel politici pleit ik er daarom voor om de gebouwen in etappes te renoveren, zodat niet alle ‘bewoners’ tegelijkertijd weg moeten.
De auteur is verbonden aan de vakgroep vaderlandse geschiedenis van de Universiteit Leiden, waar hij op 1 juli promoveerde op een onderzoek naar de huisvestingsgeschiedenis en het belang van het Binnenhof.