Het verbod geldt voor een periode van acht weken. Het gaat alleen om de gebieden die geheel afhankelijk zijn van regenwater en kwelwater (grondwater dat onder druk uit de grond komt) en van het Apeldoorns kanaal. Voor polders waar het waterschap water kan inlaten vanuit de IJssel, de Nederrijn en de randmeren geldt het verbod niet.

Tot dusverre was er alleen een ‘oppompverbod’ in het zuiden van Nederland, voor de waterschappen Aa en Maas, De Dommel, Roer en Overmaas en de Peel en Maasvallei.

Door de aanhoudende droogte stagneert de afvoer van verschillende watergangen, aldus de Unie van Waterschappen. Als dan nog meer water wordt onttrokken, gaat de waterkwaliteit verder achteruit en wordt de natuur onherstelbaar beschadigd.