De Dow-Jonesindex sloot 0,2 procent lager op 17.730,11 punten. De S&P 500 besloot de dag een fractie lager op 2076,78 punten en de Nasdaq daalde 0,1 procent tot 5009,21 punten.

De banengroei in juni viel met 223.000 nieuwe arbeidsplaatsen lager uit dan verwacht. Bovendien werd het cijfer over mei flink naar beneden bijgesteld. Beleggers reageerden echter wel positief op een daling van het werkloosheidspercentage tot 5,3 procent, het laagste niveau in zeven jaar.

De Griekse bevolking kan zich zondag uitspreken over de voorstellen die de Europese geldschieters afgelopen weekeinde op tafel legden. Hoewel die voorstellen niet geldig meer zijn omdat de deadline voor een schuldakkoord inmiddels is verstreken, denkt premier Alexis Tsipras dat de volksraadpleging kan helpen alsnog tot een akkoord te komen.

Bankaandelen behoorden tot de sterkste dalers, evenals chemiebedrijven. Bank of America, Citigroup, JPMorgan en Wells Fargo stonden tot 1,2 procent lager. Chemiereus DuPont verloor 2,3 procent.

Fiat Chrysler leverde 2,3 procent in nadat de Amerikaanse verkeersveiligheidsraad aankondigde waarschijnlijk maatregelen tegen de autofabrikant te zullen nemen. De NHTSA beschuldigde het bedrijf ervan mankementen aan zijn auto’s structureel te laat te hebben gemeld. Bovendien zou Fiat Chrysler consumenten hebben misleid in zijn informatieverstrekking over potentiële gevaren.

De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde met 0,7 procent tot 56,58 dollar. Dienstverlener aan de olie- en gasindustrie Baker Hughes maakte bekend dat het aantal boorplatformen op het Amerikaanse vasteland in de afgelopen week voor het eerst sinds 5 december 2014 is gestegen, met 12 tot 640 stuks. Sinds OPEC in oktober besloot zijn productieniveau te handhaven in een strijd om marktaandeel met de productie uit schalievelden in de VS, halveerde het aantal platformen ruimschoots.

De euro werd verhandeld voor 1,1080 dollar, tegen 1,1100 dollar bij het slot van de Europese beurzen.