Aanleiding voor het verzoek zijn omstreden uitspraken van de rector. Hij bemoeide zich onder meer met de verkiezingen in Turkije en zette mensen die niet op de heersende AK-partij stemden weg als homo’s en Armeniërs.

Volgens VVD en SP hebben deze opvattingen geleid tot onrust en kunnen ze niet los worden gezien van zijn functie. Ook vinden ze het onjuist dat het bestuur hiervan geen afstand heeft genomen. Dat leidt volgens hen tot „gerede twijfel over de waarborging door het bestuur van de onderwijskwaliteit”.

Zonder erkenning krijgen studenten aan de instelling geen studiefinanciering en krijgen ze geen echte graad. Ook wordt de financiering gestopt, maar de IUR krijgt nu al geen overheidsgeld.

Bussemaker zelf had vorige maand al gezegd dat ze geen vertrouwen meer had in de rector. Omdat ze zelf niets tegen hem kon doen, nodigde ze de raad van toezicht van de IUR uit voor een gesprek. Wat daar precies uitgekomen is, wil het ministerie nog niet kwijt.

Wel is ze zelf al bezig met een wetswijziging. Die houdt in dat de minister kan ingrijpen als een instelling of een bestuurder niet voldoet aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ze kan dan de bevoegdheid intrekken om graden te verlenen.

Donderdag praat de Kamer over de kwestie.