Commentaar: Monumentenzorg blijft investering met hoog rendement
Cultuurminister Bussemaker heeft zich bedacht. Ze heeft laten weten dat ze volgend jaar al 20 miljoen euro beschikbaar stelt voor de restauratie van monumenten die niet op de Werelderfgoedlijst staan en die niet in beheer zijn bij zogenaamde Professionele Organisaties voor Monumentenbehoud. Het lag in de bedoeling dat er pas in 2018 geld voor de nodige restauratiewerkzaamheden aan deze monumenten, waaronder veel kerken, zou worden uitgekeerd. Het Grote Kerkenoverleg, een verband van bestuurders van monumentale kerken, kwam hiertegen in het geweer en diende bij het ministerie een protestmanifest in. Met succes, zo blijkt nu. Minister Bussemaker nam de subsidieverstrekking opnieuw onder de loep. Met het gevolg dat er volgend jaar al 20 miljoen euro vrijkomt voor deze monumenten en in 2018 nog eens zo’n 10 miljoen euro.
Het is niet zo verwonderlijk dat de bestuurders en beheerders van monumentale kerken overal in het land buitengewoon blij zijn met het besluit van de minister. Niet alleen omdat nu herstelwerkzaamheden aan kwetsbare monumenten snel kunnen worden uitgevoerd, maar ook omdat de schade door het uitstellen van deze werkzaamheden nu niet groter of –in sommige gevallen– zelfs onherstelbaar wordt. Want de bonteknaagkever en z’n soortgenoten hebben geen weet van politiek en zullen hun knaaggedrag echt niet veranderen omdat minister Bussemaker besluit dat er eventjes geen geld is voor restauratiewerkzaamheden.
Nederland is een land met een rijke historie. Daarvan zijn gelukkig nog overvloedig de tekenen te vinden in ons landschap. Stadsmuren, vestingwerken, oude molens. De schitterende grachtengordel van Amsterdam, grote paleizen en knusse kasteeltjes. Het zijn allemaal monumenten waarvan het onderhoud veel geld kost.
Niet minder belangrijk zijn de monumentale kerkgebouwen. Sommige van die gebouwen worden nog iedere zondag gebruikt voor de eredienst aan God. Andere zijn aan de eredienst onttrokken, zoals het eufemistisch wordt genoemd. Maar alleen het gebouw al, het kunstwerk van stenen en glas, blijft toch een stille getuige van het feit dat de mens bij brood alleen niet leven zal. Iets wat je soms wel denkt, als je luistert naar de plannen van dit kabinet. Des te verheugender dat minister Bussemaker nu geluisterd heeft naar terechte protesten.
Toch moet ook gezegd worden dat het bedrag dat nu –in veel gevallen eerder– beschikbaar komt voor monumentenonderhoud best nog wat hoger had mogen zijn. De restauratie van alleen Huis ten Bosch kost al zo’n 60 miljoen euro, zo werd onlangs bekend. In de hype die er rond de restauratie van dit paleis ontstond, werd net gedaan of al dat geld nodig is om aan de eisen van koning en koningin, de toekomstige bewoners van het paleis, te voldoen. Maar dat is volstrekte onzin. Het zorgvuldig en goed restaureren en onderhouden van monumenten is buitengewoon kostbaar. Maar het is wel een investering met een hoog rendement. Ook al is voor nogal wat politici een probleem dat juist dat rendement niet in euro’s is uit te drukken.