„De politie en het Openbaar Ministerie vinden de geheimhouding maar lastig. Ze suggereren dat verzamelen van bewijs makkelijker gaat zonder verschoningsrecht. Maar dat brengt een onaanvaardbare inbreuk op de rechtstaat mee”, aldus Rob van der Hoeven, voorzitter van de adviescommissie Strafrecht van de NOvA.

Volgens hem is het OM bezig met een „publiciteitsoffensief” om het verschoningsrecht voor de vertrouwenspersonen die advocaten zijn, hoe dan ook in te perken. Van der Hoeven doelt op een interview in Het Financieele Dagblad. Daarin pleit het OM voor beperking van het verschoningsrecht omdat het „verouderd en doorgeschoten” zou zijn. Sommige verdachten zouden systematisch hun advocaat of notaris al hun e-mails cc’en, om zo al hun communicatie onder het verschoningsrecht te laten vallen, klinkt het.

Maar het OM licht het publiek onjuist voor, aldus Van der Hoeven. „Als sprake is van misbruik geldt het verschoningsrecht toch al niet. De rechter beslist daarover”, zegt hij. Zo’n uitzondering wordt bijvoorbeeld gemaakt als het vermoeden bestaat dat een advocaat of notaris samenspant met een cliënt bij iets wat het daglicht niet kan verdragen.

Van der Hoeven laat weten dat hij van een instantie als het OM verwacht dat die het juist opneemt voor de beginselen van de rechtsstaat, in plaats van die probeert af te breken. „Dat moet je niet willen, dan ben je als overheid niet democratisch en rechtsstatelijk bezig”.

De advocatuur staat ook lijnrecht tegenover de overheid als het gaat om het afluisteren van gesprekken tussen advocaten en hun cliënten door de inlichtingendiensten AIVD en MIVD. Woensdag is de uitspraak in een kort geding daarover.