Strijdbare calvinist, pastorale prediker
De Engelse prediker Augustus Toplady (1740-1778), bekend vanwege zijn lied ”Vaste Rots van mijn behoud”, wordt vaak eenzijdig neergezet als een onverzettelijke calvinist. Hij was echter ook een pastoraal mens.
Als bisschop Ryle in de 19e eeuw een boek schrijft over de christelijke leiders van Engeland in de 18e eeuw, zegt hij niet om Toplady heen te kunnen. De predikant is volgens Ryle weliswaar vreemd, eigenaardig en zonderling, maar tegelijk steekt geen van zijn tijdgenoten boven hem uit. „Hij was een man met een bijzondere mix van sierlijkheid en gebreken. Helaas kennen honderden mensen veel van zijn gebreken, terwijl ze weinig weten van zijn bevalligheid”, aldus Ryle. Vervolgens schetst hij een evenwichtig beeld van Toplady.
In de geest van Ryle schrijft ook de Amerikaanse auteur Douglas Bond in de Engelse serie ”Bitesize Biographies” over Toplady. Hij is minder optimistisch dan Ryle over het aantal mensen dat nog weet wie Toplady was. Als men nog iets over hem weet, dan is hij bekend als een boze bestrijder van John Wesley, aldus Bond. „En vervolgens wordt hij beleefd aan de kant geschoven.” Doel van Bonds boek is dan ook om de sluier die over Toplady ligt weg te nemen en karikaturen te ontmaskeren. Omdat de gebreken van de man beter bekend zijn dan zijn positieve kanten, kiest Bond ervoor om in dit boekje juist zijn pastorale, theologische en dichterlijke kwaliteiten voor het voetlicht te brengen.
Hij is daarin geslaagd. Het mooie is dat hij gebruik kan maken van de dagboeken die Toplady al jong bijhield. Daarin schrijft de predikant over zijn moeder (zijn vader overleed kort na zijn geboorte), over zijn studie aan Westminster School in Londen en Trinity College in Dublin, over zijn bekering onder een preek van de eenvoudige Ier James Morris, over zijn aanvankelijke hang naar het arminianisme en zijn latere overtuiging van de juistheid van het calvinisme.
Toplady wordt als priester bevestigd binnen de Anglicaanse Kerk, volgens Bond met een missie, een verlangen om de kerk te bevrijden van rationalistisch verlichtingsdenken. „Toplady was voorbestemd om zijn kerk zuiveren als iemand die zelf in de gelederen van de geestelijkheid werkte.” Tegelijk had de prediker contacten met mensen buiten de Engelse Kerk, zoals met Lady Huntingdon, die een grote rol speelde in de evangelische beweging van die dagen.
Mooi is het hoofdstuk waarin Bond laat zien hoe Toplady als pastor omging met zijn schapen. In zijn reactie op een stelende tiener, een dronkenman, een onbekeerlijke boer en onwetende ouden van dagen blijkt hij een lankmoedig mens te zijn.
Een apart hoofdstuk is gewijd aan het ontstaan van ”Rock of Ages”, waarbij Bond het wonderlijke verhaal over Toplady die onder een rots schuilt voor een onweersbui en dan zijn lied schrijft, naar het rijk der fabelen verwijst. Eerlijk noteert Bond dat ”Vaste Rots” weliswaar de populairste hymne in het Engelse taalgebied is, maar dat het tegelijk vrijwel het enige lied van Toplady is dat bekend bleef, terwijl hij er vele gemaakt heeft. Niet alles had hetzelfde niveau.
Bond schreef geen objectief boekje. Op menig moment maakt hij ook een toepassing: huidige predikers zouden meer van Toplady moeten hebben, zijn gebedsleven strekt ten voorbeeld, en zijn strijd voor de predestinatie verdient navolging. Dat neemt niet weg dat de mens Toplady in dit boekje dichtbij komt.
Boekgegevens
Augustus Toplady, Douglas Bond; EP Books, Darlington; ISBN 978-0-85234-793-5; 128 blz.; € 13,80.