Mandaat voor Syrië, maar geen ingrijpen
DEN HAAG (ANP). Volgens het kabinet is er een volkenrechtelijk mandaat om Islamitische Staat in Syrië te bombarderen, maar is dit onvoldoende om militair ingrijpen te rechtvaardigen. Dat heeft minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken vrijdag aan de Tweede Kamer geschreven.
Nadat de juridische adviseurs van Buitenlandse Zaken en Defensie eerder al concludeerden dat er een volkenrechtelijke grondslag is voor ingrijpen, blijkt nu ook een externe juridische adviseur die mening te zijn toegedaan.
Er moet echter eerst een breed gedragen politieke strategie voor een oplossing in Syrië komen, aldus Koenders. Bovendien hecht hij grote waarde aan een gezamenlijke aanpak van de kwestie door de landen van de Europese Unie.
Nederlandse F-16’s voeren sinds vorig jaar missies uit tegen doelen van IS in Irak. Dat mandaat is net verlengd met een jaar tot oktober 2016. Een eventueel kabinetsbesluit over deelname aan de strijd in Syrië „komt pas later in het jaar aan de orde”, zei Koenders eerder op de dag nog.
Professor André Nollkaemper van de Universiteit van Amsterdam stelt in zijn advies dat er recht op ingrijpen is omdat IS Irak voortdurend vanuit Syrië aanvalt, terwijl de Syrische regering hiertegen niet kan of wil optreden. Geweldsgebruik in Syrië is gerechtvaardigd op grond van het recht op collectieve zelfverdediging van Irak.
Op dit moment voeren alleen de Verenigde Staten, Canada en een aantal Arabische landen luchtacties uit boven Syrië om de terreurbeweging te bestrijden.
PvdA-Kamerlid Michiel Servaes zei deze week niet overtuigd te zijn van een interventie in Syrië. Het is hem „niet helder” wat er fundamenteel anders is dan vorig jaar toen het kabinet meldde dat er geen mandaat was om ook in Syrië actief te worden. En hij wil eerst een goed plan zien voor een politieke oplossing van het conflict voor hij akkoord gaat. Bovendien ziet hij internationaal weinig draagvlak voor ingrijpen in Syrië.