Greenpeace deponeert tijdelijk geen keien meer in zee
AMSTERDAM. Greenpeace zal de komende twee weken geen keien meer deponeren op de Klaverbank in de Noordzee. Dat heeft de milieuorganisatie maandag toegezegd tijdens de behandeling van het kort geding, dat de belangenorganisatie van kottervissers VisNed had aangespannen.
Op 6 juli doet de Amsterdamse rechtbank uitspraak. Rogier Hörchner, raadsman van de milieuorganisatie, liet in het midden of Greenpeace daarna met nieuwe acties komt.
De Klaverbank is een belangrijk visvangstgebied op zo’n 160 kilometer ten noordwesten van Den Helder. Tot woede van de vissers dumpte Greenpeace er vorige maand tien grote stenen, met gewichten tussen 1500 en 2500 kilo. De organisatie zei hiermee te protesteren tegen het gebrek aan daadkracht bij de Nederlandse overheid om het zeemilieu te beschermen. Greenpeace wil dat de bodemvisserij in dit gebied wordt beëindigd.
Zo’n 500 vissers deden de afgelopen weken aangifte tegen Greenpeace. Na een lobby van de Urker vissersvrouw en gemeenteraadslid Anja Keuter spande VisNed een kort geding aan. De organisatie vertegenwoordigt volgens raadsman Geert-Jan Knoops zo’n 150 kotters die regelmatig op de Klaverbank vissen. Die zijn afhankelijk van een „veilige omgeving”, aldus Knoops. Hij benadrukte dat de stenen die Greenpeace heeft laten afzinken, de netten kunnen beschadigen en bovendien gevaar voor de vissers opleveren bij het aan boord halen. Kleinere schepen zouden zelfs kunnen kapseizen.
De gedeponeerde stenen moeten „het herstel van de natuur een handje helpen”, zei Greenpeace-advocaat Hörchner, toen de president van de rechtbank vroeg naar het precieze doel van de actie. De raadsman sprak steeds over „substraat”, omdat bepaalde planten en dieren zich aan de stenen hechten. Greenpeace omschrijft het deponeren van stenen daarom op zijn website als het bouwen van een „vissenparadijs”. Toen de president doorvroeg, ontkende Hörchner dat Greenpeace erop uit zou zijn om vissers te hinderen.
VisNed had een rapport laten opstellen door nautisch expert Alex van Binsbergen. Daarin leggen ervaren Noordzeevissers uit wat er mis kan gaan als grote stenen worden opgevist. Volgens raadsman Knoops voert Greenpeace „over de ruggen van de vissers een politieke machtsstrijd met de overheid.”
Hörchner stelde dat de economische waarde van de visserij op de Klaverbank weinig voorstelt, waarop Knoops pareerde dat Greenpeace zich daarmee in de eigen voet schiet: „Als dat zo zou zijn, hoe kan Greenpeace de visserij dan de schuld geven van de vermeende aantasting van de natuur op de Klaverbank?”
De raadsman van de milieuorganisatie stelde dat vissers op de Klaverbank –waar van nature al zwerfkeien liggen– behoren te weten hoe ze op een verantwoorde manier met stenen in hun netten moeten omgaan en dat de Greenpeace-keien geen extra gevaar opleveren. Knoops betwistte dat. De locatie waar de activisten de keien hebben gedumpt, staat bij vissers juist bekend als een schoon gebied. „Daar wordt nu een gedeelte van afgepakt, terwijl de vissers het wettelijk recht hebben om daar te vissen. Maar om schade te voorkomen zullen de vissers de plek waar de stenen liggen met een ruime marge er omheen mijden”, aldus Knoops.
Hörchner zei dat milieuactivisten regelmatig door vissers worden belaagd. „Japanse walvisvaarders, tonijnvissers of Urker vissers, ze zijn even agressief. Schepen van Greenpeace worden bekogeld met eieren, opvarenden worden uitgescholden, sommigen kregen doodsbedreigingen. Dat komt allemaal voort uit het wereldbeeld van de vissers: de zee is er om naar believen te gebruiken, ze beschouwen de Noordzee als hun werkvloer. SGP-Kamerlid Bisschop noemde de stenen op twitter zelfs rommel, die moet worden opgeruimd.”