„Hoogst onoplettend en hoogst onachtzaam”, vond officier van justitie mr. Schoute de schipper en de stuurman van de LRG Gas 86. In de ochtend van maandag 12 augustus 2013 overvoer deze 110 meter lange Duitse gastanker even voorbij de Postbrug op het Kanaal door Zuid-Beveland het motorjacht Carnat. De opvarenden van het 10 meter lange jacht, een man van 61 uit Hulst en diens 63-jarige echtgenote, overleefden het ongeluk niet.

De discussie op de rechtszitting spitste zich toe op de vraag waarom de twee verdachten –beiden ervaren binnenschippers– het bewuste motorbootje niet hebben opgemerkt. Zij varen meerdere keren per week door het Kanaal door Zuid-Beveland.

Kort voordat het drama zich voltrok had de stuurman van de uit Duisburg afkomstige tanker het roer overgedragen aan de schipper. Dat gebeurde enkele honderden meters voor de Postbrug. Het is mogelijk dat het voor de tanker varende plezierjacht zich op dat moment net in de dode hoek voor de boeg van de tanker bevond, en dus niet kon worden waargenomen. Maar vóór de overdracht moet de stuurman het jacht hebben gezien, benadrukte de officier.

De gastanker kwam van de Oosterschelde en was leeg op weg naar de haven van Antwerpen. Door ballast in een tweetal tanks aan boord stak het achterschip vrij diep in het water, waardoor het voorschip van de tanker wat omhoog kwam. Ook stond de in hoogte verstelbare stuurhut niet in de hoogste stand. Deze was hydraulisch in de halfhoge stand gezet om de tanker veilig onder de Postbrug door te laten varen. Door deze omstandigheden was de dode hoek mogelijk groter dan normaal.

Raadsman mr. Loevendie, die optrad namens de schipper, was er zelfs van overtuigd dat de Carnat in de dode hoek van de LRG Gas 86 zat na de overdracht van het roer. Uit technisch onderzoek is gebleken dat het jacht van het Hulster echtpaar circa één minuut voor de aanvaring niet meer zichtbaar moet zijn geweest voor de Duitse schippers.

De officier van justitie wees erop dat „je je als schipper juist moet realiseren dat wat je na de stuuroverdracht voor je ziet, mogelijk niet alles is wat er is, dat is heel bepalend.” Hij verweet de Duitsers dat ze geen acht hadden geslagen op een melding via de marifoon door de verkeerspost Wemeldinge, dat een motorjacht het Kanaal door Zuid-Beveland was opgevaren. Deze oproep ging uit toen de LRG Gas 86 zich nog op de Oosterschelde bevond. Schoute: „Door dat marifoonverkeer had de bemanning kunnen weten dat ze vóór zich iets kon tegenkomen en mogelijk de koers en snelheid zou moeten aanpassen.”

Nabestaanden van de slachtoffers waren donderdag aanwezig bij de zitting. Justitie waardeerde het dat de Duitsers en ook hun rederij tijdens de uitvaart hun medeleven hebben betuigd en dat zij het gesprek wilden aangaan met de nabestaanden. Schoute vond het jammer dat de mannen alleen beweerden de Carnat niet te hebben gezien. „Dat ze het jacht wel hadden móeten zien, hoor ik ze jammer genoeg niet verklaren.”

De rechtbank in Middelburg doet donderdag 2 juli uitspraak.