Europa en C-Azië gaan aids te lijf
Europese en Centraal-Aziatische landen hebben dinsdag na een tweedaagse conferentie in de Ierse hoofdstad Dublin overeenstemming bereikt over een ambitieus pakket van maatregelen om het snel groeiende aantal HIV-besmettingen in Oost-Europa en Centraal-Azië een halt toe te roepen.
De 55 landen die aanwezig waren op de conferentie kwamen overeen om voor 2006 ongeveer 80 procent van de intraveneuze drugsgebruikers in Europa en Centraal-Azië in klinieken ter behandeling of preventie van aids onder te brengen. Ten minste 100.000 seropositieve drugsspuiters moeten dan ook de beschikking hebben over aids-remmers. In 2010 moet vervolgens iedereen in Europa en Centraal-Azië toegang hebben tot therapieën met aids-remmers, aldus de ontwerptekst van het slotakkoord van de conferentie.
Oost-Europa en Centraal-Azië zijn volgens de Verenigde Naties gebieden waar het aantal HIV-besmettingen het snelst groeit. Vorig jaar alleen al raakten hier 250.000 mensen besmet met HIV, aldus een VN-rapport. West-Europa kampt sinds kort ook weer met een groeiend aantal besmettingen. Vorig jaar raakten hier 30.000 tot 40.000 mensen besmet.
HIV-besmettingen nemen in Oost-Europa en Centraal-Azië vooral snel toe in gevangenissen. In Rusland is van de totale bevolking 1 procent besmet met HIV, terwijl 4 procent van de ruim 860.000 gevangenen in het land seropositief is. HIV wordt in de gevangenissen vooral verspreid door het gezamenlijk gebruik van injectienaalden door drugsverslaafde gevangenen, aldus de VN. Van alle voormalige Sovjetrepublieken hebben alleen Kirgizië en Moldavië programma’s waarin schone naalden aan gedetineerden worden verstrekt.