Veel onduidelijk over ouderenmishandeling
DEN HAAG. Er is nog weinig bekend over ouderenmishandeling. Alleen een onderzoek onder ouderen en hulpverleners zou inzicht kunnen bieden. Wel bestaat de indruk dat vooral partners en mantelzorgers onbedoeld ouderen mishandelen.
Dat blijkt uit een rapport dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) maandag presenteerde. Het SCP verstaat onder ouderenmishandeling niet alleen lichamelijk geweld, zegt onderzoeker Inger Plaisier. „Mantelzorgers en partners weten vaak niet hoe ze moeten omgaan met zieke of dementerende ouderen en verliezen hun geduld. Een gevolg is bijvoorbeeld dat ze hun niet meer de vrijheid geven om naar buiten te gaan, wat neerkomt op vrijheidsberoving. Ook felle reacties tegen ouderen zijn vaak het gevolg.”
De afgelopen jaren is er op diverse manieren onderzoek gedaan naar mishandeling. Onder andere het Steunpunt Huiselijk Geweld, het Verwey-Jonker Instituut en de Inspectie voor de Gezondheidszorg trokken conclusies. Uit de landelijke Gezondheidsmonitor over de afgelopen vijf jaar bleek dat 0,5 procent van de ouderen werd mishandeld. In 1996 verscheen echter een rapport dat uitwees dat 5,6 procent van de ouderen slachtoffer was.
Het verschil in percentages komt volgens Plaisier door de gebruikte onderzoeksmethoden. Tijdens de gesprekken in 1996 waren er geen familieleden aanwezig. De onderzoekers hadden destijds 23 enquêtevragen, waardoor volgens de onderzoeker ook lichte vormen van mishandeling zijn benoemd. Bij de Gezondheidsmonitor werden slechts vier algemene vragen gesteld, waardoor alleen de ernstigste incidenten in beeld kwamen.