De verkopen in volume groeiden voor de vijfde maand op rij, met 2,6 procent, terwijl de prijzen minder sterk daalden dan in de voorgaande maanden. Bij zowel de winkels in voedings- en genotmiddelen als de non-foodwinkels stegen de omzet en de verkopen.

De hogere groei was onder meer te danken aan de gunstige samenstelling van de koopdagen in april. Zo had deze maand een dinsdag minder, maar juist een donderdag meer dan vorig jaar. „Op een donderdag wordt in de detailhandel doorgaans meer omzet behaald dan op een dinsdag”, aldus het statistiekbureau. Als dit positieve koopdageffect uit de cijfers wordt gehaald, komen de opbrengsten in april ongeveer net zo hoog uit als een jaar eerder. De verkopen groeien dan nog wel met ruim 1 procent.

De winkels in non-foodartikelen noteerden een omzetgroei van bijna 2 procent, waarbij grote verschillen zijn in de onderliggende branches. De verkopen stegen met ruim 3 procent bij dalende prijzen. Winkels in woninginrichting en drogisterijen draaiden meer omzet, bij winkels voor consumentenelektronica, huishoudelijke artikelen en doe-het-zelfartikelen liepen de opbrengsten net als een maand eerder terug.

Alleen bij kledingwinkels was het beeld in april anders dan in de vorige maand: de omzet nam daar 2 procent toe, terwijl in maart de omzet nog met ruim 5 procent afnam. „De omzetgroei van kledingwinkels kan van maand tot maand variëren, mede doordat consumenten hun koopgedrag laten beïnvloeden door het weer”, merkte het CBS op.