Binnenland

Docent Struijk: Ik zag een jongen na vijftien jaar terugkeren in kerk

Duizenden geslaagden kenden deze week vreugde. Gezakten ervoeren teleurstelling. Tal van jongeren voelen weemoed nu ze een tijdperk afsluiten. Leen Struijk (58), docent maatschappijleer en economie aan het reformatorische Wartburg College in Dordrecht, begeleidt al tientallen jaren examenklassen.

J. Visscher

13 June 2015 17:22Gewijzigd op 15 November 2020 19:39
Docent Struijk. beeld Dirk Hol
Docent Struijk. beeld Dirk Hol

TOEN

Zelf behoorde ik tot de eerste lichting van scholengemeenschap Guido de Brès die havo-examen deed. De reforma­torische school stond toen nog in een achterbuurt van Rotterdam. Ik herinner me dat mijn moeder in het ziekenhuis lag toen ik examen deed. Van examenstress had ik geen last. Bij het opstel voor Nederlands heb ik het er goed afgebracht. Mijn verhaal begon op een station. In gedachten ging ik terug in de tijd. Het opstel eindigde ook weer op het station. Volgens mij hebben we destijds als leerlingen de school een aquarium als afscheidscadeau gegeven.

Ik sta inmiddels 35 jaar voor de klas, waarvan 
32 jaar op mijn huidige school, het Wartburg 
College, locatie Marnix in Dordrecht. Die telt zo’n 750 leerlingen. Ik ben teamcoördinator vmbo boven­bouw en examensecretaris.

Het afgelopen jaar heb ik alleen aan examen­klassen lesgegeven. Je bouwt een band met leer­lingen op. Voorheen had ik jongelui in opeen­volgende schooljaren in de klas. Ze komen binnen als brugpiepertje en je hoopt dat ze de school met een diploma verlaten. Als leerlingen vertrekken, stemt je dat weemoedig, zeker in de begintijd van je loopbaan. De helft van de jongeren zie ik nooit meer terug. Inmiddels heb ik 35 jaar examens achter de rug. Het went.

Ik herinner me vaak namen van leerlingen van dertig jaar geleden en zelfs de plek waar ze zaten. Maar namen van scholieren van drie, vier jaar terug vergeet ik vaak. Mijn leeftijdsgenoten hebben dezelfde ervaring. Vergelijk het met een harde schijf. Die slaat kennelijk minder op naarmate hij ouder wordt.

Aan het begin van het schooljaar waren de 
meeste vmbo’ers nog niet zo bezig met de examens. De sfeer was: het komt wel goed. Maar tijdens 
de examens zelf stonden sommige jongelui stijf 
van de spanning. Je ziet het aan hun ogen tijdens 
de dagopening, je voelt het aan hun klamme 
handjes als je hun ter bemoediging de hand drukt.

NU

Van de 88 vmbo-examenkandidaten op onze school slaagden er 80. Acht jongeren werden donderdag dus teleurgesteld. Opvallend is dat daar maar liefst zeven meisjes bij zijn. Ik zie nogal eens, sneu genoeg, dat ijverige, plichtsgetrouwe meisjes problemen hebben met de druk in examentijd. Terwijl stoere jongens die weinig doen en zich nergens druk om maken, die examens even doen en wél slagen.

Gisterochtend had ik contact met de acht niet-geslaagden, van wie een aantal via het herexamen alsnog het diploma kan halen. Die gesprekken vind ik moeilijk. Leerlingen zijn stil. Een meisje zei: „Ik vind het niet eerlijk: ik heb hard gewerkt en ben gezakt. En anderen die niks hebben gedaan, zijn toch geslaagd.” Ik probeer daar een pastoraal antwoord op te geven. Tegenslagen kunnen iemand sterker maken. Toen Jozef in de gevangenis zat, had hij niet gedacht dat hij ooit op een troon zou zitten. Gods weg is in het heiligdom. Hij doet het niet verkeerd. Maar dat kun je makkelijker zeggen dan dat je het overneemt.

Onze 17-jarige dochter Christianne is deze week geslaagd voor het vwo, op het Wartburg College in Rotterdam, locatie Guido de Brès. Onze familie is natuurlijk blij. Het feest heeft nog een bijzonder tintje. Christianne is de laatste van onze acht kinderen die het voortgezet onderwijs verlaat. Zo sluit je weer een tijdperk af.

STRAKS

In juli hoop ik bij de diploma-uitreiking op onze school te zijn. We beginnen gezamenlijk en verdelen de groep dan over drie lokalen. In een van die lokalen zal ik de geslaagden onder meer een Bijbel en het stagegetuigschrift overhandigen.

Leerlingen organiseren zelf ook examenfeesten, maar dat doen ze buiten de school om. Die feesten ontaarden weleens. Dan wordt er bijvoorbeeld heel veel gedronken. Soms gaan jongelui na het examen met elkaar op vakantie, zonder ouders. Met opa’s caravan naar Ouddorp. Dat kan goed gaan, maar ook fout. Mijn jongere collega’s zien op Facebook weleens berichten van leerlingen waar je niet blij van wordt.

Of ik me zorgen maak over leerlingen die vanuit een beschermde, reformatorische schoolomgeving de wijde wereld ingaan?

Nogal wat leerlingen volgen straks het reformatorisch mbo-onderwijs op het Hoornbeeck College in Rotterdam. Ook daar ontmoeten ze gevallen mensen. Andere jongeren komen terecht bij het Albeda College in Rotterdam of het Da Vinci College in Dordrecht. Dat zijn seculiere scholen. In het examenjaar organiseren we altijd een bezinnings­dag voor leerlingen. Er komen christelijke sprekers die weten wat het is om actief te zijn in een onkerkelijke omgeving. Zoals Dick van Luttikhuizen, evangelist in Gent, of Willem den Hertog, die evangeliseert in gevangenissen.

Sommige vertrekkende vmbo’ers zijn weerbaar. Bij anderen hou je je hart vast. Zullen ze zich laten meeslepen? Het is heel wat als je in een groep van dertig onkerkelijke jongeren als enige voor je eten bidt. Durven reformatorische jongeren nee te zeggen tegen bepaalde feesten? Het is pijnlijk als leerlingen de kerk de rug toekeren. Toch zijn ze niet onbereikbaar voor de Heere. Ooit zei een jongen van het vmbo me: „Nog twee jaar en ze zien me nooit meer terug in de kerk.” Hij maakte zijn woorden ook waar. Maar vijftien jaar later zag ik hem terug in de kerk. Dat is ontroerend en geeft hoop.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer