Commentaar: Politieke transparantie heeft grenzen
Hoe zit het nu precies? Die vraag stelde de Tweede Kamer donderdag aan premier Rutte vanwege alle rumoer over een akkoord over een nieuw belastingplan. De oppositiepartijen willen duidelijkheid, en graag snel.
De commotie die ontstond, hebben de bewindslieden in hoge mate aan zichzelf te danken. Maandag zei minister Dijsselbloem van Financiën nog dat er voor de zomer geen plan meer naar de Kamer zou worden gestuurd. Parlement en burger moeten wachten tot de presentatie op Prinsjesdag.
Woensdag deelde staatssecretaris Wiebes, inderdaad, ook van Financiën, mee dat regeringspartijen VVD en PvdA er op hoofdlijnen uit waren. Politieke waarnemers interpreteerden dat als een doorbraak. Bekend is immers dat de meningen van de twee regeringspartijen op dit punt behoorlijk uiteen liggen. Later werd dat echter weer ontkend. Premier Rutte zei nog niets te kunnen zeggen.
Dat de oppositie graag wil weten wat er nu precies aan de hand is, is heel begrijpelijk. De communicatie vanuit het kabinet is op zijn zachtst gezegd niet eenduidig. En fundamenteel voor een goed regeringsbeleid is dat het kabinet met één mond spreekt.
Daarbij komt dat bij een gevoelig dossier zoals de herziening van het belastingstelsel het van belang is dat dit kan rekenen op een breed politiek draagvlak. Elke regering zal daarom sonderen bij andere partijen wat de wensen zijn. Voor het kabinet-Rutte is dat nog meer noodzakelijk, omdat het niets kan regelen zonder steun van andere partijen. Dat betekent dat het averechts werkt als nu wordt gezegd dat het plan bijna rond is. Daardoor kunnen oppositiepartijen zich gepasseerd voelen.
De regering zal dus tijdig andere fracties dan die van PvdA en VVD moeten consulteren. Tegelijk zit ze met een probleem. Als de belastingplannen vroegtijdig en in onrijpe staat worden gepresenteerd, zullen ze snel worden vermalen door de kritiek van de oppositie. Dat argument gebruikte de premier gisteren ook toen hij stelde dat hij nog niets kon zeggen.
Wel gaf Rutte aan dat inmiddels de financieel specialisten van de verschillende fracties was gevraagd hun inbreng te geven. Die consultatie heeft achter gesloten deuren plaatsgevonden. De fracties weten dus niet van elkaar wat er is gezegd.
Is er daarmee sprake van achterkamertjespolitiek? Wie bewust kiest voor een negatieve benadering kan dat zo uitleggen. Wie echter even nadenkt over het proces dat de voorbereiding van zo’n ingewikkeld plan doormaakt, snapt dat een dergelijke aanpak ook positieve kanten heeft. Juist om tot een goede gedachtebepaling te komen zijn geborgenheid en rust nodig. Een broedplaats in de natuur is doorgaans ook vooral te vinden op een beschutte, verborgen plaats.
In onze samenleving is een sterke drang om alles in de openbaarheid te laten plaatsvinden. Daarachter zit de angst voor gekonkel. Maar ook transparantie heeft grenzen. Soms is het nodig om achter gesloten deuren te overleggen en er even het zwijgen toe te doen. Om later met een gerijpt, weloverwogen en samenhangend voorstel in de openbaarheid te treden.