Lucia werkte niet op dag van ’moordpoging’
De van seriemoord verdachte Haagse verpleegkundige Lucia de B. had geen dienst op de dag dat ze volgens justitie een bejaarde vrouw probeerde te doden. Ook de dag voor het incident en de dag erna was ze niet aan het werk in het ziekenhuis. Dat blijkt uit dienstroosters die de advocaten van De B. in handen hebben gekregen.
De patiënte leed aan kanker en overleed op 1 februari 1997. Volgens het dienstrooster had Lucia geen dienst op 31 januari, 1 februari en 2 februari. Diverse getuigen verklaarden dat De B. iets te maken had met de dood in 1997 van de patiënte van het Leyenburg Ziekenhuis.
De rechtbank in Den Haag achtte vorig jaar bewezen dat Lucia de vrouw had geprobeerd te doden door een infuus met morfine heel snel leeg te laten lopen. Het was een van de vier moorden en drie moordpogingen waarvoor de rechter De B. veroordeelde tot levenslange gevangenisstraf. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt Lucia van dertien moorden en vijf pogingen daartoe, maar de rechter vond de andere zaken niet voldoende bewezen.
Advocaat A. Visser van de verpleegkundige dacht al langer dat er aanwijzingen waren dat zijn cliënt niet bij dit incident betrokken was. Hij vroeg de dienstroosters echter niet eerder op omdat ze ook extra belastend voor De B. hadden kunnen uitpakken. Nu Lucia al is veroordeeld tot levenslang, kunnen die roosters volgens de verdediging geen kwaad meer.
Het gerechtshof hoort de getuigen in deze zaak donderdag. Het OM geeft dan een toelichting op de zaak, liet een woordvoerster weten. Voor die tijd geeft de aanklager geen commentaar.
De verpleegkundige ging in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank omdat ze stelt dat ze onschuldig is. Ook het OM tekende appèl aan, omdat het vindt dat meer zaken bewezen verklaard moeten kunnen worden. Hoogstwaarschijnlijk doet het hof op 15 juni uitspraak.