Canon Waddeneilanden
„Besmet metter secte van Luther”, waren de Texelaars die in 1528 in Den Burg de ruiten van de kerk ingooiden en een beeld van de muur trokken. De Waddeneilanden konden zo afgelegen niet liggen of de Reformatie drong er al vroeg door. Twintig bewoners van Texel werden levenslang verbannen; een ander ter dood veroordeeld.
Het zijn enkele feiten uit venster 12 van de canon van de geschiedenis van de Wadden. Per onderwerp biedt het boek in kort bestek veel informatie. Daarbij worden vaak alle zes de eilanden beschreven.
Samenstellers zijn Anne Doedens, gepensioneerd geschiedenisdocent uit Maartensdijk, en Jan J. Houter, die op Vlieland woont en samen met Doedens al eens een dik boek over dat eiland schreef. Het ‘probleem’ van nogal wat literatuur is volgens hen echter dat die over één eiland gaat. In hun nieuwe boek beschrijven ze de hele archipel. In vijftig vensters, met een schat aan informatie over de zes vlekken in de zee, met al hun verschillen en overeenkomsten.
Het rijk geïllustreerde boek belicht de ontwikkeling van de eilanden, de gezagsdragers en het varensvolk, de kerken en de kloosters, de jutters en de redders, natuur en cultuur, dialecten en folklore. Er waren de vertelsels over Akkes-Kil, het Stryper Wyfke en Rixt van ’t Oerd. Wél echt is de bijzondere manier waarop Terschelling –en daarmee de rest van het land– aan zijn cranberry’s kwam. En altijd was daar het water, als onmisbare vriend én onberekenbare vijand.
Donderpreken
De auteurs openen een venster naar ”Schrijvende predikanten in de Gouden Eeuw.” Door hun geschriften reikte hun invloed tot ver buiten de beperkte omvang van hun woongebied. „Den Heussens donderpreken werden vaak herdrukt en vonden dus kennelijk goede afzet”, noteren de canonschrijvers over de dominee die meer dan een halve eeuw Vlieland als werkterrein had. Dat ds. Theodorus à Brakel zijn ”Het geestelijck leven” en ”De trappen des geestelijcken levens” op Texel schreef, klopt overigens niet. Hij werkte daar maar een jaar.
De eilandenreeks op de grens van Noordzee en Waddenzee inspireerde schrijvers, huisvestte vlootvoogden en bood vluchtelingen een gastvrij onderdak. Hij werd bedreigd door inpolderingsplannen. Oorlogsgeweld richtte verwoestingen aan. Wrakken voor de kust herinneren aan de zeelieden die hier hun doodsstrijd vochten als hun schip op een van de vele ondiepten aan de grond liep.
De eilanden trekken toeristen, miljoenen per jaar. Het even-helemaal-weggevoel begint al bij de afvaart van de boot in Den Helder, Harlingen, Holwerd of Lauwersoog. Het wordt versterkt als je door de dorpjes en de duinen dwaalt. Als je op het fietspad onderlangs de Waddenzeedijk van Terschelling schapen en meeuwen moet ontwijken. Als je boven op de vuurtoren van Ameland naar verre verten staart terwijl de wind het gevaarte doet trillen.
Een huifkar houdt op het strand stil en elke passagier krijgt een dampende kop koffie in de handen geduwd. Pal naast een boot kijkt opeens een zeehond je met grote ogen aan. Bij Hotel Paal 8 op Terschelling is ’s avonds niets anders meer te horen dan het krijsen van een meeuw en het bruisen van de zee.
Dit zijn de Wadden.
Boekgegevens
Geschiedenis van de Wadden. De canon van de Waddeneilanden, Anne Doedens en Jan J. Houter; uitg. WalburgPers, Zutphen, 2015; ISBN 978 90 5730 429 3; 192 blz.; € 29,95.