We hebben het leven nog steeds niet in eigen hand
We kunnen steeds meer weten over onze toekomstige gezondheid. Die kennis roept nieuwe problemen op. Christenen kunnen een waardevolle bijdrage leveren in de zoektocht hoe we daarmee moeten omgaan, stelt prof. dr. T. A. Boer.
”Voorspellende geneeskunde” is geneeskunde die wordt ingeroepen lang voordat er van klachten sprake is. Deze vorm van geneeskunde, die zoekt naar wat zich zou kúnnen gaan voordoen, neemt een steeds hogere vlucht. Je stuurt een paar haren of wat wangslijm naar Genia Technologies in Californië. Voor duizend dollar brengen ze vervolgens je genen in kaart en verkennen ze de aanwezigheid van erfelijke aandoeningen. Of je kiest voor de total body scan. Onder het motto ”een apk voor je lichaam” doe je een ochtendje Duitsland met koffie, een Nederlandse gastvrouw, een serie onderzoeken, een lunch en ten slotte een adviserend gesprek met een arts.
Kennis en kunnen
Voorspellende geneeskunde is een adembenemende discipline. Haar kennis vermeerdert macht en kwaliteit van leven en voorkomt vroege overlijdens. Tegelijk neemt onze kennis veel sneller toe dan ons kunnen. Van de risico’s die we kunnen opsporen, kan een overgrote meerderheid niet behandeld worden. Voor iedere ziekte die uitgesloten wordt, komt kennis van een veelvoud aan risico’s op andere ziekten in de plaats. En elke doodsoorzaak die van de troon wordt gestoten, heeft even snel weer een vervanger. De mens heeft zichzelf altijd ervaren als een schip op golven die hij niet kan beheersen en dat blijft. De voorspellende geneeskunde heft de ”condition humaine” niet op maar levert er nieuw bewijs voor.
In het verleden is de taak van de geneeskunde omschreven in termen van ”genezen – soms, verlichten – vaak, troosten – altijd”. Troosten had ook een sociale dimensie. De dokter gaat even aan je bed zitten, voelt je pols, maakt een praatje, relativeert, of troost zonder woorden. Troosten had daarnaast ook een priesterlijke dimensie: wijzen op God Die ons draagt. Nu de voorspellende geneeskunde ons juist confronteert met onze onmacht, zal zij dus ook troost moeten bieden. Dat valt haar zwaar, gericht als zij is op het verhelpen van aandoeningen.
Kosten
Vrijwel alle rapporten die hierover de laatste tijd verschenen benadrukken dat tests velerlei kosten met zich mee kunnen brengen. Een artikel in Health Affairs van april 2015 becijfert de kosten van vals-positieve mammogrammen en overdiagnose van borstkanker alleen al in de VS op 4 miljard doller per jaar. Ze doelen onder meer op de behandeling van tumoren die langzaam of helemaal niet groeien en die daarom naar alle waarschijnlijkheid nooit echt gevaarlijk zijn. Bekend is dat van patiënten bij wie op latere leeftijd kanker wordt ontdekt, zeer velen niet aan, maar hooguit met die ziekte zullen overlijden.
Laten we ook kijken naar de kosten die volgen op het bezoekje aan Duitsland of de enveloppe uit Silicon Valley. De consument betaalt die tests uit eigen zak. Maar als daarin informatie naar voren komt die tot bezorgdheid aanleiding geeft, klopt hij wel aan bij het reguliere circuit met het verzoek om vervolgdiagnostiek. Minister Schippers zag begin dit jaar de bui al hangen en waarschuwde bij de presentatie van een rapport van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg (RVZ) voor „een vloedgolf van bezorgde patiënten” die de zorg onbetaalbaar maken.
Als verzekeraars algemene tests gaan vergoeden, al was het maar via de aanvullende dekking, dan gaat daar de suggestie van uit dat dit soort onderzoek effectief is, met een onvermijdelijke aanzuigende werking als gevolg. Hoofdredacteur Hans van Santen van Medisch Contact hekelde onlangs de weifelende houding van de overheid in dezen: „Wat me […] het meest ergert is dat de minister enerzijds de medische beroepsgroep voortdurend aanspreekt op passend gebruik [maar] anderzijds dit volstrekt niet passende gebruik wil toelaten. Wij kunnen vervolgens de blaren op onze tong praten om onze patiënten uit te leggen dat verder onderzoek, zoals natuurlijk veiligheidshalve wordt geadviseerd door de scannende firma’s, niet nodig is. We hebben wel iets beters te doen.”
Inderdaad moet serieus worden overwogen om bepaalde tests in de ban te doen, zoals in Frankrijk met genoombrede DNA-screening het geval is. „Duidelijk is”, aldus de Gezondheidsraad, „dat het adagium ”baat het niet, dan schaadt het niet” niet opgaat voor health checks.”
Getrooste angst
Op welke vraag is de voorspellende geneeskunde een antwoord? De theoloog Paul Tillich onderscheidt drie angsten die typerend zijn voor de mens: angst voor de dood, angst voor zinloosheid en angst voor schuld.
Angst voor de dood is er zeker, al leert ervaring uit een andere hoedanigheid me dat mensen niet zozeer bang zijn voor dood zijn als wel voor doodgaan. Angst voor zinloosheid is eveneens een factor, zoals recent bleek uit onderzoek over ouderen en voltooid leven. En de angst voor schuld? In eerste instantie lijkt die in de 21e eeuw het veld te hebben geruimd voor de angst voor verlies van controle, angst voor het lot, angst om de eigen autonomie. Maar of hij helemaal weg is?
Luther omschrijft geloof als ”getrooste wanhoop”. In termen van Tillich zouden we zeggen ”getrooste angst”. Een theologische doordenking van voorspellende geneeskunde begint met het leven als gegeven. Zelfs de tot grote autonomie gerezen mens verandert niets aan het feit dat zijn neus aan de voorkant zit en niet opzij. Waar je opgroeit, je geslacht, je naam, je opvoeding, huidskleur, capaciteiten, je ouders, het leven zelf overkomt je: je hebt er niet om gevraagd.
Áls het leven al een project is, dan is het om iets kostbaars voor enige tijd te mogen beheren. De mens treft zichzelf aan als chauffeur van de allerhoogst geavanceerde BMW. Zo’n auto rijd je niet de sloot in, je zet hem niet tegen een boom, ook al is hij van jou. Maar evenmin zet je hem in de garage om zijn levensduur eindeloos te rekken. Ook de voorspellende geneeskunde verandert niet wezenlijk iets aan de ”condition humaine”.
Basisvertrouwen
Het zal de kunst zijn om de balans te houden tussen verrukking over wat we allemaal kunnen, en pessimisme over wat er allemaal mis kan gaan. In dat zoeken mogen christenen hun unieke selling points inbrengen. Een daarvan is een basisvertrouwen. Want over voorspellen gesproken: God kent ons verleden, ons huidige bestaan en onze toekomst. Hij kent onze kwetsbaarheid als geen ander. Van binnenuit.
„Uw ogen zagen mijn vormeloos begin; in Uw boek waren zij alle opgeschreven, de dagen, die geformeerd zouden worden, toen nog geen daarvan bestond”; „Heere, u bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht”; „Als de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Heere de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. Het is voor u tevergeefs, dat gij vroeg opstaat, laat opblijft, brood der smarten eet; Hij geeft het immers Zijn beminden in de slaap.”
Het geloof dat God ons kent en draagt en dat onze dagen in Zijn hand liggen, mag ons helpen om bij het nemen van beslissingen niet te bang te zijn voor fouten. Het mag ook dienen als tegengif tegen de gedachte dat mensen met deze beslissingen moederziel alleen zijn.
De auteur is bijzonder hoogleraar op de Lindeboomleerstoel voor ethiek van de zorg aan de Theologische Universiteit Kampen. Dit artikel is een samenvatting van zijn vanmiddag gehouden oratie.