Naar aanleiding van onthullingen in de media over dergelijke belastingdeals is het dagelijks bestuur van de EU de praktijk in kaart aan het brengen. Brussel vermoedt mogelijke ongeoorloofde en verkapte staatssteun en belemmering van de concurrentie, omdat deze grote ondernemingen bevoordeeld worden ten opzichte van kleinere bedrijven.

In december vroeg Brussel aan alle EU-landen informatie op over deze praktijken, wat zij ook deden op Estland en Polen na. Deze twee landen krijgen nog één maand de tijd om over de brug te komen, anders stapt Brussel naar het Europees Hof van Justitie, maande Vestager.

Nu heeft Vestager besloten Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, België, Tsjechië, Italië, Denemarken, Finland, Hongarije, Litouwen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Spanje en Zweden om meer informatie te vragen. „We zetten de puzzel van tax rulings in de EU in elkaar”, aldus Vestager.

Het opvragen van deze afspraken betekent niet automatisch dat er ook een diepgaand onderzoek komt. Tot dusver lopen er vijf van die onderzoeken: naar de belastingakkoorden van Nederland met koffieketen Starbucks, van Luxemburg met Amazon en Fiat en van Ierland met Apple. Ook is er een onderzoek naar het Belgische regime waarbij multinationals door speciale regels aanzienlijk minder belasting hoeven te betalen dan binnenlandse bedrijven.