Bussemaker wil jaarlijks ruim 18 miljoen euro op haar cultuurbegroting vrijmaken om te besteden aan vernieuwing, samenwerking en de ontwikkeling van jonge talenten. Dat heeft ze maandag laten weten.

Het is de bedoeling dat kunstenaars en culturele instellingen met het extra geld inspelen op de veranderingen die er gaande zijn in Nederland. De minister doelt daarbij op de diversiteit van het publiek en de andere cultuurbeleving die ontstaat.

„Het is belangrijk dat culturele instellingen nieuwe wegen inslaan. De ene instelling kiest voor een sterk internationaal karakter, de andere trekt de wijken in”, aldus de minister. Cultuurfondsen krijgen er ook geld bij zodat ze meer armslag hebben om nieuwe initiatieven te ondersteunen. Daarvan is 2,6 miljoen euro bestemd voor festivals.

Zoveel mogelijk mensen moeten in haar ogen van het rijke culturele aanbod in Nederland kunnen genieten. „Cultuur draagt bij aan de ontplooiing van burgers, aan kritisch kijken en denken en aan onze creativiteit.”

Bussemaker (PvdA) volgt de adviezen van de Raad van Cultuur en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Ze prees maandag in Utrecht de „ongekende veerkracht” waarmee instellingen omgaan met de veranderende samenleving. „Er worden wissels omgezet, soms na zeer moeilijke tijden vanwege de forse bezuinigingen van het vorige kabinet.”

Coalitiepartner VVD beziet met instemming dat er meer ondernemerschap is gekomen. „Minister Bussemaker bouwt door aan een cultuurbeleid met meer aandacht voor ondernemerschap, voor het publiek en voor kwaliteit. Daar was aanvankelijk veel verzet tegen, maar die koudwatervrees is onnodig gebleken”, aldus Michiel van Veen van de VVD. „Het publiek staat weer centraal in plaats van de subsidieverstrekkende ambtenaar.”