Buitenland

Aziz, het bebrilde gezicht van Baathregime

BAGDAD (ANP). Tareq Aziz, wiens overlijden vrijdag bekend werd, was jarenlang het gezicht van het regime van de Iraakse dictator Saddam Hussein voor de buitenwereld. Hij viel op, doordat hij vloeiend Engels sprak. Hij was herkenbaar aan zijn donkere brilmontuur met grote glazen en hij rookte Cubaanse sigaren.

5 June 2015 16:55Gewijzigd op 15 November 2020 19:26

Zijn christelijke geloof maakte hem een uitzondering in de voornamelijk soennitische moslimregering. Aziz was Chaldeeuws-katholiek, de Iraakse variant van het rooms-katholicisme. Kort voor de Brits-Amerikaanse invasie van Irak in 2003 bracht hij een bezoek aan paus Johannes Paulus II om tot vrede op te roepen. Na het uitbreken van de oorlog was hij niet meer in het openbaar verschenen.

Tareq Aziz was in 1936 geboren in de buurt van Mosul, in het noorden van Irak. Zijn vader was kelner. Hij heette Michail Yuhanna, maar hij veranderde zijn naam in Tareq Aziz (glorieus verleden) om vijandige gevoelens van moslims zo veel mogelijk te beperken.

Aziz studeerde Engelse literatuur en filosofie en was daarna leraar, journalist en hoofdredacteur van al-Thawra, de krant van de regerende Baathpartij. Die baan vormde een goede springplank voor zijn eerste ministerspost, die van Informatie, in de jaren zeventig. In 1977 trad Aziz toe tot de Revolutionaire Commando Raad (RCC), het hoogste bestuursorgaan van het Baathbewind.

Aziz werd later minister van Buitenlandse Zaken en uiteindelijk vicepremier onder het regime van Saddam Hussein. Zijn taak bleef echter onveranderd: met zijn diplomatieke kwaliteiten moest hij het Iraakse beleid aan de wereld uitleggen en verdedigen. Zo wist hij in de jaren tachtig Amerikaanse steun voor Bagdad te verwerven in het conflict met Iran. Tijdens Saddams oorlog tegen Koeweit in 1990 vloog hij de wereld rond om de logica van de invasie uit te dragen. Hij wist alle politieke zuiveringen onder Hussein te overleven. Dat had hij vermoedelijk te danken aan het feit dat hij geen eigen aanhang had en dus geen bedreiging vormde voor de dictator.

Aziz gaf zich in april 2003 vrijwillig over aan de Amerikaanse strijdkrachten in Bagdad. Hij was de ‘schoppen acht’ in het kaartspel dat de Amerikanen hadden gemaakt van de 55 meest gezochte leden van het Iraakse regime. In oktober 2004 meldden Arabische media dat hij in gevangenschap was overleden. Dat bleek niet te kloppen. Hij werd in 2010 ter dood veroordeeld, maar het vonnis is nooit voltrokken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer