Hollandse vrouwen in Turkije niet vrij
Twee Nederlandse vrouwen die in de Turkse stad Izmir terechtstaan voor de voorgenomen smokkel van 24 kilo heroïne uit Turkije, blijven in voorarrest. Dat heeft de staatsveiligheidsrechtbank in Izmir vrijdag besloten.
De beslissing was een zware teleurstelling voor de vrouwen en ook voor de aanwezige familieleden. De vrouwen, Anne Maria S. en haar nicht Linda F., hebben altijd ontkend dat ze iets te maken hadden met het drugstransport. Eind september leek hun kans om voortijdig vrij te komen al groter. Toen verklaarden twee mannelijke verdachten voor de rechtbank namelijk dat S. en F. niets van de smokkel wisten. De mannen hebben eerder al hun eigen aandeel bekend.
De teleurstelling was vrijdag extra groot omdat het langverwachte rapport van Interpol eindelijk bij de rechtbank was binnengekomen. Daaruit bleek dat S. en F. ook internationaal geen strafblad hebben en niet worden gezocht. Ook kwam er onverwacht nog een getuige die zei dat de twee vrouwen niets met de drugssmokkel te maken hadden. Het was de broer van een nog voortvluchtige verdachte in deze zaak.
De rechter gaf als reden voor zijn beslissing dat het gerechtelijk laboratorium nog steeds bezig is met het onderzoek van de drugs die in de koffers bij de vrouwen in de hotelkamer zijn aangetroffen. „Ik heb enorm het land”, zei de broer van Linda F. na afloop. „Wat heeft het onderzoek naar de drugs nu te maken met het vrijlaten van Linda en Anne Maria. Het is duidelijk dat ze geen strafblad hebben, er is opnieuw een verklaring gegeven dat ze er niets mee te maken hebben. We hadden echt goede hoop vandaag. Hoe moet ik mijn ouders dit nu gaan vertellen?”
De advocaat van de vrouwen, M. Marangoz, verzocht de rechtbank vrijdag opnieuw zijn cliënten vrij te laten, eventueel op borgtocht. Maar op die handreiking gingen de rechters niet in.