Volgens diplomaten in de hoofdstad Port-au-Prince dringen de landen niet aan op vertrek van de omstreden president. Hij mag zijn ambtstermijn tot eind 2006 uitzitten, maar hij moet wel veel van zijn macht afstaan aan een nieuw te vormen „onafhankelijke regering”, waaraan een premier leiding moet geven. Een internationale politiemacht, van de VN of van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) moet in de natie vervolgens de rust bewaren.

Aristide heeft tot dusver geweigerd een eerste minister te accepteren en van opstappen wil hij helemaal niets weten. De oppositie heeft tot dusver steeds gezegd dat alleen het opstappen van de president de crisis kan bezweren.

De gewelddadige opstand die president Jean-Bertrand Aristide moet verdrijven, heeft de afgelopen weken aan bijna zestig mensen het leven gekost. Gewapende opstandelingen kregen donderdag de noordoostelijke stad Quanaminthe in het grensgebied met de Dominicaanse Republiek in handen. Politieagenten waren de stad uit gevlucht.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, heeft donderdagavond voor het eerst laten doorschemeren dat hij zich een internationale interventie op Haïti kan voorstellen. Voorwaarde is dan dat er een akkoord komt tussen president Aristide en de oppositie, de groep van 184. Powell kan zich ook voorstellen dat zo’n akkoord Aristide zou doen opstappen voor het einde van zijn ambtstermijn in 2006.

Aristide is echter bereid zijn leven te geven voor de verdediging van het land, zo zei hij na afloop van een herdenkingsdienst voor gesneuvelde agenten.

Aristide kwam tien jaar geleden met steun van de VS aan de macht en maakte zo een einde aan de militaire dictatuur op Haïti.