Gemeente loopt vast met schuldsanering
Gemeenten kunnen de toegenomen vraag naar schuldhulpverlening niet aan, constateert Andre van Voorden. Er moet iets gebeuren.
Veel mensen met schulden worden niet geholpen door de gemeente, zo blijkt uit het rapport ”Onoplosbare schuldsituaties” van de Hogeschool Utrecht. Schulden vormen een groot maatschappelijk probleem. Het aantal huishoudens met problematische schulden is de afgelopen vijf jaar explosief gestegen. Ondertussen hanteren de gemeentelijke schuldhulpverleningorganisaties steeds strengere toelatingscriteria om de groeiende stroom aanvragen in toom te houden. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die in 2012 van kracht werd, laat formeel namelijk geen wachtlijsten toe.
De combinatie van een absolute groei en strenge afwijzingscriteria heeft als gevolg dat inmiddels een derde van de huishoudens die bij de gemeente om hulp vragen vooralsnog niet wordt geholpen, zo meldt het rapport. De (problematische) situatie blijft dus bestaan en heeft allerlei maatschappelijke gevolgen. Naast stress en onzekerheid, leidt dit ook tot echtscheidingen, spanningen in de relationele sfeer, langduriger uitkeringsafhankelijkheid en een hoger ziekteverzuim. Het Nibud heeft berekend dat onopgeloste schulden de maatschappij ruim 100.000 euro per schulddossier kost.
Emotioneel stabiel
In de schuldhulpverlening werd altijd een onderscheid gemaakt tussen schulden te goeder trouw en te kwader trouw. (Uitkerings)fraude en schulden ten gevolge van een misdrijf (Wet-Terwee) hebben zich altijd moeilijk laten combineren met schuldhulpverlening. Maar om de toenemende stroom van aanvragen in de hand te houden, hanteren veel gemeenten tegenwoordig nog meer criteria. Wie in het bezit is van een eigen woning, in een echtscheidingsprocedure zit, de administratie niet in orde heeft of niet (emotioneel) stabiel is, komt minder gauw in aanmerking.
Vooral de laatste twee criteria komen vreemd over. We hebben nog weinig mensen op ons kantoor gezien die hun administratie feilloos op orde hebben of zeer stabiel overkomen. Onzes inziens is het juist een taak van de hulpverlening om mensen hierin te begeleiden. Ook de zzp’ers (ruim 880.000) maken in veel gemeenten geen kans op schuldhulpverlening.
Staatsecretaris Klijnsma geeft terecht aan dat de gemeente geen groepen (bijvoorbeeld mensen met een eigen woning) mag uitsluiten maar altijd naar het individuele geval moet kijken. Bij afwijzing zou de schuldenaar dan naar de gemeenteraad of de ombudsman moeten gaan. Maar heeft de schuldenaar hier nog kracht voor? Het was al een zeer moeilijk besluit om, na jarenlang zelf oplossingen gezocht te hebben, uiteindelijk de schuldhulpverlening in te gaan en nu is de toegang tot de schuldhulpverlening geblokkeerd? Is de rek bij zulke mensen er niet allang uit?
Ook in de schuldhulpverlening gaat het om geld en budgetten. De afgelopen jaren is door gemeenten flink bezuinigd op schuldhulpverlening (in sommige gevallen tot wel 40 procent), terwijl het aantal verzoeken om schuldhulpverlening bleef stijgen en de complexiteit van de schuldsituaties toenam. De schuldhulpverleners staan voor het dilemma dat ze in de beschikbare tijd vijf eenvoudige trajecten kunnen doen tegen één complex traject. Dan is de keuze snel gemaakt.
Professionele partijen
Om cliënten stabiel en gemotiveerd te houden pleiten wij al jaren voor een beleid om mensen die een schuldhulptraject (gaan) volgen ook in veel gevallen inkomensbeheer of beschermingsbewind aan te bieden of verplicht te stellen. Het is onmiskenbaar aangetoond dat het uitvalpercentage veel lager is als mensen actief gecoacht worden tijdens hun traject. De gemeente hoeft dit niet zelf uit te voeren. In de markt zijn voldoende professionele partijen die dit voor de gemeente kunnen uitvoeren. Uiteindelijk gaat het erom dat de cliënt met een goed gevolg het schuldsaneringstraject kan afsluiten.
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening geeft aan dat er bij de gemeenten geen wachtlijsten mogen zijn. Wat is er dan eenvoudiger om mensen bij de poort weg te sturen door onmogelijke eisen aan de cliënt te stellen? Deze groep valt buiten de statistieken en wordt pas in dit rapport in beeld gebracht. Als de budgetten voor schuldhulpverlening niet omhoog kunnen zijn wachtlijsten nog altijd beter dan mensen uitsluiten. Wij pleiten er dan ook voor om de wet hierop aan te passen.
Het moge duidelijk zijn dat de slagkracht van de schuldhulpverlening ontoereikend is. De gemeenten kunnen de grote toevloed van hulpzoekenden niet aan. Private schuldhulpverleners komen niet in beeld, want zij kunnen de schuldhulpverlening alleen ‘om niet’ uitvoeren. En omdat niemand gratis kan werken blijft de schuldhulpverlening een gemeentelijke aangelegenheid.
De politiek praat nu al elf jaar over een Algemene maatregel van bestuur (AMvB) inzake het Vrijstellingsbesluit schuldbemiddelaars. Politiek gezien ligt dit erg gevoelig, maar als de budgetten bij de gemeente voor schuldhulpverlening niet verruimd worden en wachttijden niet schijnen te bestaan, is de enige oplossing nog om de private schuldhulpverleners de mogelijkheid te bieden om de groeiende stroom schuldenaren te hulp te schieten.
De auteur is bestuurslid bij SVF (Sociaal Verbonden Federatie), een coöperatie van specialisten in budgetbeheer en schuldhulpverlening. Hij ondersteunt diaconieën bij financiële vraagstukken.