Buitenland

Joodse leiders: Opleving van antisemitisme in EU

Vertegenwoordigers van Joodse organisaties signaleren een opleving van het antisemitisme in Europa. „Het monster is weer onder ons”, waarschuwde de leider van het Europees Joods Congres, Cobi Benatoff, donderdag in Brussel.

A. A. C. de Rooij
20 February 2004 12:32Gewijzigd op 14 November 2020 00:59
BRUSSEL - De Italiaanse EU-commissie-voorzitter Prodi (l.) in gesprek met de joodse schrijver Elie Wiesel tijdens een EU-conferentie over antisemitisme donderdag in Brussel. - Foto EPA
BRUSSEL - De Italiaanse EU-commissie-voorzitter Prodi (l.) in gesprek met de joodse schrijver Elie Wiesel tijdens een EU-conferentie over antisemitisme donderdag in Brussel. - Foto EPA

Voorzitter Prodi van de Europese Commissie organiseerde er een dagvullend seminar voor. Hij wilde proberen de wrijving van de laatste maanden weg te nemen en trad zijn gehoor dan ook tegemoet met een ondubbelzinnige boodschap: „Er is geen plaats voor antisemitisme in de EU.” Diverse sprekers, meest uit de Joodse gemeenschap, voerden na hem het woord en gaven eveneens hun visie op de problemen op dit gebied.

Elie Wiesel, schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 1986, constateert dat het gevaar niet langer alleen bij extreem rechts schuilt. Fel haalt hij uit naar linkse pro-Palestijnse groeperingen: „Wat zij zeggen over Israël, dat is de taal van de shoah. Ik zie spandoeken met: Sharon is Hitler. Hoe durven ze!”

Ronny Naftaniel, directeur van de belangenvereniging CIDI, laat zich op zijn beurt uiterst kritisch uit over migranten uit moslimlanden. „Nog nooit hebben Joden in de afgelopen jaren ook maar één moslim op straat aangepakt. Andersom gebeurt dat wel”, zegt hij. De stijging van het aantal incidenten van dit soort in Nederland mogen we, zo blijkt uit research van het informatiecentrum waarvoor hij werkt, volledig toeschrijven aan Arabische jongeren van de tweede en de derde generatie. Volgens hem wordt de haat gevoed door propaganda, onder meer via internet, uit de landen waar hun oorsprong ligt.

Het idee voor een studiebijeenkomst werd geboren toen er in het najaar consternatie ontstond over een opiniepeiling onder Europese burgers. Van de ondervraagden gaf 59 procent aan Israël te beschouwen als de grootste bedreiging voor de wereldvrede. Zelfs landen als Iran en Noord-Korea brachten het er beter af. In statistisch opzicht viel er op de enquête weliswaar veel af te dingen, maar het resultaat veroorzaakte toch een schok.

Prodi besloot in reactie erop een conferentie te beleggen. De voorbereidingen daarvoor verliepen echter niet gladjes. Begin januari klonken er van de zijde van vooraanstaande personen van het Joods Wereld Congres en het Europees Joods Congres zware verwijten in de richting van de Europese Commissie. In een artikel in de Britse krant Financial Times beschuldigden zij dat college ervan de publicatie van de bevindingen van een onderzoek naar antisemitisme in Europa en de betrokkenheid daarbij van radicale moslims te hebben willen tegenhouden.

Prodi toonde zich zeer gekwetst door deze in zijn ogen onterechte aantijging. Hij schortte de werkzaamheden voor het seminar op. Voorzitter Israel Singer van het Joods Wereldcongres kwam in allerijl naar Brussel om de controverse uit de weg te ruimen. Hij bood niet publiekelijk zijn excuses aan, maar zwaaide Prodi wel veel lof toe. „Als er iemand is in wie we vertrouwen hebben op het punt van de veiligheid van minderheden en van Joden, dan is hij het wel”, heette het.

Donderdag had Prodi in het debat nog eens alle gelegenheid om de intenties van hem persoonlijk en van de EU uiteen te zetten. Hij blikt terug op het verleden: „De historie van Europa kent veel glorieuze bladzijden. Maar er zitten ook donkere hoofdstukken tussen, hoofdstukken met de ergste gruwelijkheden van mensen tegenover medemensen, zoals concentratiekampen, massavernietiging, genocide en de ongekende verschrikking van de shoah.”

Hij houdt zijn gehoor voor dat er ondanks aanvallen op synagogen, vernieling van Joodse begraafplaatsen en verbale uitingen van vooroordelen tegen Joden naar zijn overtuiging -hoe ernstig dit alles ook is- geen sprake is van enige georganiseerde vorm van antisemitisme die een vergelijking oproept met de periode voorafgaande aan en gedurende de Tweede Wereldoorlog. Wiesel, die antisemitisme „een Europese ziekte” noemt, zegt echter dat Joden thans net als toen in angst leven.

Prodi stelt daartegenover: „Het Europa van nu veroordeelt het antisemitisme van de jaren dertig en veertig uit de vorige eeuw radicaal en evenzeer nieuwe manifestaties van Jodenhaat.” En: „Vandaag de dag delen we fundamentele waarden als respect voor mensenrechten en voor menselijke waardigheid en bouwen we aan een Unie in diversiteit.”

Hij wil voorstellen gaan maken voor concrete maatregelen en roept de lidstaten van de Unie ertoe op eveneens actie te ondernemen. „We moeten alle beschikbare instrumenten inzetten, van politie en justitie tot onderwijs en sociaal beleid.”

De Commissie-voorzitter beklemtoont dat kritiek op de politiek van de Israëlische regering niets van doen heeft met antisemitisme, maar past binnen een democratisch bestel. In Israël kijken velen daar anders tegenaan. Zij achten de Europese regeringen wel degelijk medeverantwoordelijk voor kwalijke uitingen tegen Joden door hun soms felle afwijzing van de koers van de autoriteiten in Jeruzalem.

Minister Nathan Sharansky van Diasporazaken merkt op dat zijn land kan leven met kritiek, maar dat er verschil is tussen legitieme meningsverschillen en ”demonisering”. Hij maant de EU op te treden tegen naties zoals Egypte en Syrië die boeken en films met een antisemitische strekking produceren.

De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Fischer, die ook het seminar bijwoont, geeft aan waar hij de grens legt: „Iedere democratische regering moet bekritiseerd kunnen worden. Maar dat dient te gebeuren op een manier die het bestaansrecht van de staat Israël niet in twijfel trekt.”

Hij verdedigt zich tegen het verwijt van het Simon Wiesenthal-instituut dat de EU als belangrijkste geldschieter van de Palestijnse Autoriteit medeschuldig is aan de financiering van terrorisme. Zou de Unie de subsidiekraan dichtdraaien, dan wordt het gematigde bewind binnen de kortste keren overvleugeld door extremisten, meent Fischer zeker te weten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer