De ontploffingen waren in de HDP-hoofdkwartieren in Adana en Mersin, steden die niet ver van elkaar liggen op ongeveer 380 kilometer van de hoofdstad Ankara. Bij de explosie in Adana zijn zes gewonden gevallen, meldden partijfunctionarissen. Adana is met bijna twee miljoen inwoners een van de grootste steden van het land.

De HDP is een extreem linkse beweging die in 2012 is opgericht en ageert tegen de gevestigde orde. De partij werkt samen met pro-Koerdische partijen. De HDP maakt goede kans bij de parlementsverkiezingen van 7 juni de hoge kiesdrempel van 10 procent te halen. In Mersin stond maandag een verkiezingsbijeenkomst van de partij op het programma. Volgens de HDP is de partij in één maand tijd 56 keer doelwit van aanslagen geweest. Zestien keer ging het om een kantoor van de partij.

Het is niet bekend wie het op de HDP heeft gemunt. In een verklaring wijt de HDP de aanvallen aan „duistere krachten die worden gesteund door de politieke autoriteiten”. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij president Erdogan, premier Davutoglu en de rest van de regering van (Erdogans en Davutoglu’s) partij AK. Dat is de partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling die sinds 2002 regeert.