Oost-Europa haast zich niet bij sluiten kindertehuizen
APELDOORN. Oost-Europa moet met zijn tijd mee en daarom moeten de kindertehuizen dicht. Maar dat gaat niet vanzelf. Het conflict in Oekraïne zal in dat land de klok in elk geval weer tien jaar terug zetten.
Bulgarije dacht in januari 2007 over de eindstreep te zijn. Het was toegetreden tot de Europese Unie en meende aan alle criteria te voldoen.
Een paar maanden later zond de BBC de documentaire ”Bulgaria’s Abandoned Children”. En toen brak de kritiek los. Uit alle hoeken en gaten van West-Europa klonk het onbegrip: Kan een land dat zijn gehandicapten zo behandelt, eigenlijk wel lid zijn van de Europese Unie?
De documentaire van anderhalf uur toonde een indringend beeld van hoe het in veel kindertehuizen ging. Kinderen die als kasplantjes werden behandeld en elke uitdaging misten om zich te ontwikkelen. Velen hadden best kunnen leren lopen of praten, maar bij gebrek aan stimulans waren ze daar nooit aan toegekomen. Met het gevolg dat hun benen net luciferhoutjes waren en er uit hun mond alleen wat vreemde klanken kwamen.
De Bulgaarse regering wist dat het de steven moest wenden. De kindertehuizen zouden dichtgaan. Dat was het beste besluit op dat moment, maar de uitvoering is een lang traject.
Voor Bulgarije en andere Oost-Europese landen waren kindertehuizen altijd heel normaal. In de communistische tijd werden weeshuizen beschouwd als een probaat middel om kinderen op te vangen. De staat kon daar in elk geval meer controle op uitoefenen dan op gezinnen, dus dat was altijd beter. Bovendien was er onder communisten weinig respect voor gehandicapte kinderen. Dus hoe sneller die uit het normale leven verdwenen, hoe beter het was.
In ”Het jaar dat de Muur viel” schreef Jule Hinrichs eind vorig jaar over een „bijna geïnstitutionaliseerde verwaarlozing” in de tehuizen. Duizenden kinderen leefden onder erbarmelijke omstandigheden. Er was tekort aan voedsel en de algehele verzorging schoot ernstig tekort. „Seksueel misbruik en toediening van zware medicijnen behoorden tot het dagelijks patroon.”
Al deze structuren en gewoonten verdwenen natuurlijk niet direct na de val van de Muur. En waarschijnlijk stelden landen als Bulgarije ook heel andere prioriteiten.
Eind vorig jaar. Gestommel op de gang in het kindertehuis in een stadje in het noorden van Bulgarije. Tienerjongens komen aanlopen met een doos kaarten van eigen knipwerk in hun handen. Ze komen de directeur en het bezoek een cadeautje aanbieden De directeur neemt het doosje aan en maant de kinderen weer te vertrekken.
Ze biedt hier onderdak aan 35 kinderen in de leeftijd van 14 tot 16 jaar. Velen hebben op straat geleefd. Anderen zijn door de kinderbescherming hier gebracht en hebben nog regelmatig contact met hun ouders. Enkelen hebben kleine handicaps, maar de meesten niet.
De directeur geeft aan dat sluiting van de kindertehuizen inderdaad het beleid is. Maar dat is niet makkelijk. Want waar moeten de jongens dan naartoe? Kinderen die ouder zijn dan 10, worden nauwelijks nog geadopteerd.
Daarnaast is 80 procent van de bewoners Roma. Deze bevolkingsgroep wordt vrijwel overal in Oost-Europa nog altijd achtergesteld. Sluiting zal voor deze groep kinderen waarschijnlijk de situatie niet verbeteren. En dus blijft het tehuis voorlopig dus nog open.
Nijpender
In Oekraïne is de situatie nog nijpender, vertelt een staflid van een tehuis in het oosten van het land. Onder de presidenten Janoekovitsj en Joesjtsjenko voerde de regering in Kiev het beleid om de huizen te sluiten. Veel beter, zegt het staflid. „Je kunt een heel mooi tehuis maken, maar elk kind heeft uiteindelijk een gezin nodig.”
Op dit moment wordt er van dat beleid bitter weinig uitgevoerd. De regering heeft de handen vol aan het in stand houden van Oekraïne zoals het is. Al het andere beleid ligt stil. Daar komt nog iets anders bij, zegt het staflid. „Door de burgeroorlog komen er alleen weeskinderen bij. Die zullen moeten worden opgevangen.”
Dit is het tweede verhaal in een serie over kindertehuizen.
serie Kindertehuizen onder vuur
Wat zijn de voor- en nadelen van kindertehuizen in arme landen? Deel 2 in een serie.